VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Een professioneel statuut dat door iedereen wordt gedragen

maandag 19 maart 2018 | Onderwijsarbeidsmarkt | Algemeen Voion

“Het professioneel statuut moet echt uit het docententeam komen”, vindt Quincy Angelista, docent lichamelijke opvoeding en lid van de MR van het Zuid-West College in Den Haag. “Wij moeten het statuut dragen.” Als de docenten een opzet hebben gemaakt, kijkt de schoolleiding mee. Uiteindelijk moet het een gemeenschappelijk document worden waar iedereen achter staat.

Scholengroep Den Haag Zuid-West doet met zijn drie scholen mee aan de pilot van Voion. Het Zuid-West College is de eerste school van de scholengroep die aan het professioneel statuut werkt. Ze krijgen daarbij ondersteuning van de Algemene Onderwijsbond (AOb). In november was de eerste bijeenkomst om met alle docenten over het statuut te praten. “We hebben al veel dingen goed georganiseerd op school”, zegt directeur Robert-Jan Oranje. “Maar vaak nog informeel. We willen de afspraken wat meer formaliseren en professionaliseren.”
“Thema’s die binnen onze hele scholengroep spelen, komen aan bod”, vult bestuurder van de scholengroep Maarten Schoon aan. “Het gaat over de didactische vrijheid die docenten hebben om het onderwijs vorm te geven. Bijvoorbeeld de methodes die ze daarvoor kiezen, of ruimte voor deskundigheidsbevordering, zowel inhoudelijk als financieel.”  

Miniwerkgroepen
Tijdens de bijeenkomst konden de docenten in een soort ‘world café’ deelnemen aan meerdere miniwerkgroepen met verschillende thema’s.  Daarin konden zij ook onderwerpen aanbrengen die zij zelf belangrijk vonden. Natuurlijk ging het over onderwijs, maar ook andere kwesties kwamen aan bod. Zoals de sectiebegroting en de verantwoordelijkheid die je daarvoor als vaksectie hebt. Angelista: “Het geld dat je krijgt, moet je wel verantwoord uitgeven. En dus evalueren wat het heeft opgeleverd en in hoeverre het heeft bijgedragen aan goed onderwijs.” Ook professionalisering stond op de agenda: scholing op verzoek van het personeel en scholing die door de school wordt aangeboden. Een ander belangrijk onderwerp was het leerplein, waar leerlingen in een grote ruimte over twee verdiepingen met elkaar samenwerken, onder supervisie van meerdere docenten. “We geven daar met 4 of 5 docenten les”, vertelt Angelista. “Wat heb je nodig om de lessen succesvol te laten verlopen? Dat gaat over professionaliteit. Maar ook over hoe je met elkaar omgaat, als docenten onderling en met de leerlingen. Als de ene docent een stevige stem heeft, kan dat een andere die ook net instructie geeft hinderen. Daar moet je het met elkaar over hebben. Een van de gemaakte afspraken is, dat de leerlingen die op de benedenverdieping werken niet via de trap naar boven mogen lopen en visa versa. Dit om onrust te voorkomen. Het lijken standaardafspraken, maar het is toch goed om ze even door te nemen.”

Verantwoordelijkheid
Docenten konden tijdens de werkgroepen inbrengen wat zij belangrijk vinden. Alle ideeën van die dag zijn genoteerd en in de weken daarna konden mensen online nog dingen toevoegen. In een volgende bijeenkomst, ook weer onder begeleiding van de AOb, gaan de docenten het document verder inkleuren. Er ligt een grote verantwoordelijkheid voor de docenten, vindt Oranje. Maar dat past wel binnen de filosofie van de school als professionele organisatie. “Het gaat om het ontwikkelen van een professioneel bewustzijn. Daar hoort bij dat je docenten meer zeggenschap geeft. Want zij zijn tenslotte degenen die het onderwijs verzorgen in onze school.”
Pas als de docenten tevreden zijn over de opzet, wordt de schoolleiding erbij betrokken. “Uiteindelijk zullen we het professioneel document wel samen vaststellen, met docenten èn schoolleiding”, vult Schoon aan. “Het statuut is niet alleen van de docenten, maar het is een gezamenlijk document waar iedereen het over eens moet zijn."

Tips:

  1. Neem er de tijd voor. Het professioneel statuut is niet iets dat je binnen twee of drie sessies even afrondt.
  2. Het moet echt tot een gesprek leiden, want het proces is belangrijker dan het product.
  3. Wat helpt is het advies van een externe partij, in ons geval de AOb. Dat geeft vertrouwen bij de docenten. Je kunt het als bestuurder wel aanzwengelen, maar dan denken mensen misschien dat er iets anders achter steekt.
  4. Het helpt als je het kunt verbinden aan een andere doelstelling binnen de organisatie. Anders is het een losstaand verplicht nummer: ‘Oh ja, er moet ook nog een documentje komen voor het professioneel statuut’.


Lees verder:

Voor vragen kunnen scholen of docenten contact opnemen met:

 

Gerelateerde onderwerpen