Het kabinet heeft op 5 juni samen met werkgevers- en werknemersorganisaties en de SER een principeakkoord gepresenteerd over een toekomstbestendig en evenwichtig pensioenstelsel. Er zijn nieuwe afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen werkend en gezond hun pensioenleeftijd kunnen bereiken. Ook komt er nu duidelijkheid over de AOW-leeftijd. De afspraken zijn op dit moment nog niet definitief.
De wijzigingen
- Het pensioen wordt persoonlijker en transparanter doordat de opbouw meer gaat aansluiten bij de premie die mensen inleggen.
- Het pensioen wordt sneller aangepast aan de economische situatie – sneller verhogen in goede, en sneller verlagen in slechte tijden.
- De huidige regels om te korten op het pensioen worden tijdelijk aangepast om de kans op kortingen op de korte termijn te verkleinen.
- Het kabinet investeert 800 miljoen euro om mensen te helpen gezond en werkend hun pensioenleeftijd te behalen.
- De AOW-leeftijd gaat minder snel stijgen.
- Er komt ruimte voor werkgevers en werknemers om mensen met zwaar werk eerder te laten stoppen met werken.
- Zzp’ers moeten zich verplicht tegen arbeidsongeschiktheid gaan verzekeren, zodat alle werkenden verzekerd zijn.
De AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd is de afgelopen jaren snel gestegen en daarbij is niet altijd voldoende aandacht geweest voor duurzame inzetbaarheid. Daarom heeft het kabinet besloten dat de AOW-leeftijd de komende jaren minder snel zal stijgen. De AOW-leeftijd wordt twee jaar vastgezet op 66 jaar en 4 maanden. Daarna stijgt de AOW-leeftijd door naar 67 jaar in 2024. Vanaf 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting maar in mindere mate.
Hieronder treft u een overzicht aan van de situatie nu en met het pensioenakkoord.
Jaar |
AOW-leeftijd |
Betreft personen
geboren: |
AOW-leeftijd
Pensioenakkoord |
Betreft personen
geboren |
2020 |
66 jaar en 8 maanden |
Na 31-8-1953 en
voor 1-5-1954 |
66 jaar + 4 maanden |
na 31-8-1953 en
voor 1-9-1954 |
2021 |
67 jaar |
Na 30-4-1954 en
voor 1-1-1955 |
66 jaar + 4 maanden |
na 31-8-1954 en
voor 1-9-1955 |
2022 |
67 jaar en 3 maanden |
Na 31-12-1954 en
voor 1-10-1955 |
66 jaar + 7 maanden |
na 31-8-1955 en
voor 1-6-1956 |
2023 |
67 jaar en 3 maanden |
Na 30-9-1955 en
voor 1-10-1956 |
66 jaar + 10 maanden |
na 31-5-1956 en
voor 1-3-1957 |
2024 |
67 jaar en 3 maanden |
Na 30-9-1957 en
voor 30-9-1958 |
67 jaar |
na 28-2-1957 en
voor 1-1-1958 |
Zware beroepen
Toch blijft de AOW-leeftijd voor sommige mensen met zware beroepen een flinke dobber. Als gezond doorwerken echt niet meer mogelijk is, moeten zij de keuze hebben om eerder te stoppen met werken. Daarom wordt de bestaande mogelijkheid om te sparen voor verlof verruimd. Ook komt er tijdelijk meer ruimte om eerder te stoppen met werken. Werknemers en werkgevers kunnen onderling afspreken dat een werknemer tot drie jaar eerder met pensioen gaat. De werkgever kan dan het inkomen van de werknemer helpen overbruggen tot de AOW-leeftijd is bereikt, terwijl de werknemer deels kan putten uit zijn pensioen. Wel blijft het financieel aantrekkelijker voor zowel werkgevers en werknemers om door te werken.
Hoe nu verder?
Pas als de afspraken definitief zijn en ook zijn vastgelegd in de wet, gaan de nieuwe AOW-leeftijden gelden.
Bron: rijksoverheid