VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

De gymzaal: leermiddel, gereedschap en werkplek

maandag 5 februari 2024 | Veilig en vitaal werken | Algemeen Voion

Wat is geborgd in de Arbocatalogus-VO?

Dit artikel is gepubliceerd in LO Magazine, januari 2024 >>
En is opgenomen in de Kennisbank van de KVLO >>

‘Zo hé, hier ruikt het nog lekker nieuw! En moet je horen… het is gewoon stil. Ik durf te wedden dat ik ze hier kan laten basketballen zonder dat ik moe van de herrie word.’

Was het maar voor alle LO’ers zo’n feest. Niet iedereen heeft een werkplek in een pas opgeleverde gymzaal. De voorzieningen voor het bewegingsonderwijs in het voortgezet onderwijs in Nederland lopen nogal uiteen. Dat geldt ook voor de snelheid waarmee (ver)(her)nieuwbouwplannen worden gerealiseerd. Voor degenen die in oudbouw werken is het roeien met de riemen die je hebt. En komt het aan op creativiteit van de sectie LO en de schoolleiding. Natuurlijk zijn er grenzen aan wat je met inventiviteit kan bereiken. De onderwijskwaliteit mag niet door het ijs zakken en dat geldt ook voor kwaliteit van de werkplek van de docent LO. 

Dit artikel licht toe wat de Arbocatalogus-VO te maken heeft met de Arbowet en de kwaliteit van de werkplek van de docent LO. Na het lezen van dit artikel is duidelijk waar Arbowetgeving over gaat en wie wat op school minimaal moet (laten) regelen. Ook wordt duidelijk waar de Arbowet niet over gaat en wat aan de school zelf is om te bepalen. Om maar eens iets te noemen; een toilet bij de gymzaal moeten delen met leerlingen, mag dat of moet je dat niet willen? We beginnen op Europees niveau en eindigen in de gymzaal.

Overheid: wetgeving en handhaving
De Arbowet, de Arbeidstijdenwet, de Warenwet en op die wetten gebaseerde besluiten zoals het Arbobesluit zijn nationale uitwerkingen van Europese kaderrichtlijnen. De bedoeling is de veiligheid en gezondheid van werknemers en consumenten in de EU te beschermen. Voor werkgevers in de Unie ontstaat er op deze manier een min of meer gelijk speelveld. Zij kunnen niet met elkaar concurreren door te bezuinigen op veiligheid en gezondheid. Denk aan minimale kwaliteitseisen voor producten voor de consument en veilige machines en gereedschappen (CE-markering) en gezonde en veilige arbeidsomstandigheden voor de werknemer. De wetgeving is (ook) bedoeld om persoonlijke schade voor werknemers, consumenten en derden te voorkomen.

De Nederlandse Arbowetgeving schrijft werkgevers hoofdzakelijk doelen voor (zo veilig en gezond mogelijk werken) waarbij, als dat kan, een ondergrens in maat en getal wordt genoemd. De concrete invulling van hun Arbowetverplichtingen wordt aan werkgevers overgelaten. Die moeten de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) kunnen laten zien wat zij hebben gedaan om de veiligheid en gezondheid van de werknemers te borgen. Als dat volgens de NLA onvoldoende is dan volgt een waarschuwing met een herstelopdracht. De NLA legt de werkgever direct een boete op als die een belangrijke verplichting, bijvoorbeeld de RI&E verplichting, onvoldoende nakomt.

Sociale partners en vakverenigingen: gezamenlijk ontwikkelen
De sociale partners – de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers – in allerlei sectoren ondersteunen hun leden bij bedrijfs- of instellingsoverstijgende vraagstukken. Denk aan veilige werkwijzen die werkgevers sectorbreed zullen volgen ook al is dat iets duurder en aan gezamenlijke scholing van personeel, campagnes en onderzoek et cetera. Deze sectorbrede activiteiten worden vaak uitgevoerd door A+O of O+O fondsen die sociale partners gezamenlijk hebben opgericht. Het arbeidsmarkt en opleidingsfonds in het voortgezet onderwijs is Voion. Vertegenwoordigers van de VO-raad en de werknemersorganisaties (AOb, CNV, FvOv en FNV) vormen samen het bestuur. Met Voion willen de sociale partners de onderwijsarbeidsmarkt helpen optimaliseren en veilig en vitaal werken stimuleren. Via de FvOv is de KVLO vertegenwoordigd in Voion.

Veilig en vitaal werken stimuleren betekent in ieder geval scholen (bestuur en medezeggenschap) ondersteunen bij het concreet invullen van hun Arbowetverplichtingen. Kort gezegd arbeidsongevallen voorkomen en gezondheidsschade bij medewerkers (ziekte, overspanning, burn-out etc.) zoveel als mogelijk voorkomen. Daarbij moet de werkgever rekening houden met individuele verschillen. Hoe werkgevers dat moeten aanpakken ligt op hoofdlijnen vast. Dat betekent in ieder geval arbobeleid voeren op basis van een getoetste RI&E, samenwerken met de medezeggenschapsraad – die op punten instemmingsrecht heeft, bijvoorbeeld op de keuze voor een of meer preventiemedewerkers – , arbozorg en de BHV organiseren en een basiscontract met een bedrijfsarts afsluiten (lees meer op Arbowet | Voion).

Werkgevers zijn dus verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van hun werknemers en moeten zelf bedenken hoe zij die verantwoordelijkheid concreet invullen. De onderwijswerkgevers in het vo hoeven niet zelf het wiel uit te vinden. Voor de belangrijkste verplichtingen en de veiligheids- en gezondheidsrisico’s heeft Voion voor het voortgezet onderwijs informatie en praktijkvoorbeelden verzameld en instrumenten of aanpakken ontwikkeld.

De Arbocatalogus-VO en cao-vo
Naast de informatie op de Voion website, waarop links staan naar andere vindplaatsen van betrouwbare informatie (o.a. Arboportaal, Ruimte OK, School&Veiligheid), hebben de sociale partners afspraken over arbeidsomstandigheden vastgelegd in de Arbocatalogus-VO.
Deze catalogus helpt werkgevers en werknemers in het vo hun arbowetverplichtingen na te komen. De Arbocatalogus-VO is opgenomen in de CAO VO. De Arbocatalogus-VO heeft daarmee dezelfde status als de andere cao-afspraken waaraan de scholen zich moeten houden. Overigens met het verschil dat men, mits de veiligheid en gezondheid op een gelijkwaardig niveau beschermd blijft, gemotiveerd van de afspraken mag afwijken (pas-toe-of-leg-uit principe).

Wat staat er over bewegingsonderwijs in de Arbocatalogus-VO?

In de Arbocatalogus-VO zijn normen uitgewerkt:

  • De inrichting en uitrusting van het gymlokaal moet zodanig zijn dat de kans op verwonding zo klein mogelijk is, er voorzieningen zijn voor alarmering en EHBO en de mate van geluidsoverlast beperkt is.
  • Het onderhoud van toestellen. Eventuele gebreken met toestellen in gymlokalen worden onder andere door keuring en inspectie opgespoord.
  • Kleed- en doucheruimten voldoen aan eisen voor ventilatie en inrichting om gezondheidsklachten te voorkomen.

Voorwaarden voor goed onderwijs
Scholen hebben de maatschappelijke opdracht om goed onderwijs te verzorgen, niet om de Arbowet na te leven. Bovendien zien werkgevers in het vo vaker een inspecteur van de Onderwijsinspectie dan van de Arbeidsinspectie. Onderwijskwaliteit is ‘top-of-mind’, niet arbo.

Bedenk wel dat onderwijs verzorgen mensenwerk is en:

  1. dat goed onderwijs het resultaat is van samenwerking van gezonde en vitale collega’s in alle geledingen in de school, 
  2. waarbij de onderwijsleermiddelen (sportveld, gymzaal en toestellen) toereikend moeten zijn. Goed gereedschap is immers het halve werk.
  3. dat de school de maatschappij in het klein is met alle mooie en moeilijke uitdagingen die daarbij horen. Er komt nogal wat op de mensen in het onderwijs af. Zij moeten op ondersteuning kunnen terugvallen. 
  4. dat de werkgever systematische en structureel zorgt dat punten a t/m c op orde zijn en blijven zodat goed onderwijs verzorgd kan blijven worden.

De Arbowet gaat over het voorkomen van ongevallen en gezondheidsschade. Werknemers inzetbaar houden is weliswaar een randvoorwaarde, maar op zichzelf niet voldoende voor goed onderwijs. Daarvoor is meer nodig. Datzelfde geldt ook voor werkplekken. Die kunnen prima voldoen aan allerlei ergonomische normen en klimatologische en andere arbo-eisen waardoor werknemers geen ongelukken krijgen, geen gehoorschade, hoofdpijn of slijtage et cetera. oplopen, maar toch geen comfortabele werkplekken zijn. Of werkplekken zijn die het niet gemakkelijk maken om het werk goed te kunnen doen. Bijvoorbeeld het verzorgen van breed en rijk bewegingsonderwijs.

Terug naar de vraag in het begin van dit stuk; of je moet willen dat docenten LO het toilet bij de gymzaal met leerlingen delen. De Arbowet geeft geen antwoord op die vraag, behalve dat toiletten naar sekse gescheiden moeten zijn (Arbobesluit artikel 3.24). De sociale partners in het vo hebben wel een mening over gescheiden toiletten voor personeel. In de Arbocatalogus-VO is afgesproken dat toiletten van personeel gescheiden zijn van die voor leerlingen (Sanitaire voorzieningen - Arbocatalogus-VO). Dat sluit aan bij de praktijk in de meeste scholen. Dit voorbeeld illustreert dat alleen vragen over de kwaliteit van de arbeid(somstandigheden) die een risico vormen voor de veiligheid en of gezondheid met de Arbowet beantwoord kunnen worden.

Met partners in het vo zoals onder meer de KVLO, NVON en de vmbo Platforms verenigd in SPV, helpt Voion mee praktische manieren te vinden voor het beheersbaar houden van veiligheids- en gezondheidsrisico’s op school. Het ‘Handboek Huisvesting bewegingsonderwijs’ van de KVLO besteedt gelukkig ook aandacht aan de kwaliteit van de werkplek van de docent en verwijst daarvoor naar de normen in de Arbocatalogus-VO. Natuurlijk is de werkgever eindverantwoordelijk, maar voor werkbare oplossingen is inbreng vanuit alle geledingen nodig.

Goed werkgeverschap en goed werknemerschap zijn twee kanten van dezelfde medaille, beide zijn nodig voor goed onderwijs en goede arbeidsomstandigheden.