VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Preventiemedewerker voor een veilig en gezond werkklimaat

woensdag 1 november 2023 | Veilig en vitaal werken | Algemeen Voion

Vraagbaak voor een veilige werkomgeving

Artikel 13 van de Arbowet bepaalt dat elke werkgever, dus ook elk schoolbestuur, zich voor de naleving van deze wet laat bijstaan door één of meerdere deskundige medewerkers; de preventiemedewerkers. De werkgever bepaalt na instemming van de P(G)MR wie de taken zal uitvoeren. In dit artikel vertellen twee enthousiaste preventiemedewerkers over hun taken en verantwoordelijkheden. In welke mate leeft een gezond en veilig werkklimaat op de scholen?

De preventiemedewerker voert in ieder geval een aantal wettelijk verplichte taken uit en treedt daarnaast op als interne vraagbaak voor iedereen op school met vragen en opmerkingen over een veilige en gezonde werkomgeving. Dat kan worden ingevuld als neventaak door het hoofd facilitair, medewerkers in bedrijfsvoering en conciërges – of als bovenschoolse functie voor meerdere scholen onder één bestuur.

Debbie Verhagen is in 2018 bij de Stichting Voortgezet Onderwijs Haaglanden aangenomen als preventiemedewerker en verantwoordelijk voor het bijstaan van rectoren en directeuren van 10 scholen bij het nemen van hun verantwoordelijkheid voor veilige en gezonde werkomgevingen op 23 locaties met 15.000 leerlingen en 1.700 medewerkers. “Ik heb op alle scholen een inventarisatie gemaakt; wat vereist de Arbowet, wat eist andere relevante wetgeving en voldoen de 10 scholen daaraan? Dat bleek bij elke school weer anders te zijn: bij de een staat veiligheid hoog op het prioriteitenlijstje en bij de ander moet er nog wel het nodige gebeuren.” Debbie Verhagen heeft ogen en oren op elke school, haar aanspreekpunten zijn vaak de conciërges, het hoofd facilitair, een conrector of een medewerker bedrijfsvoering. “Met die contactpersonen loop ik in ieder geval eenmaal per jaar een rondje door het gebouw. Zij hebben zelf echt kaas gegeten van veiligheid en gebouwbeheer en gezamenlijk kunnen we, waar nodig, de puntjes op de i zetten. De inventarisatie en het bepalen van zaken waaraan gewerkt moet worden is inmiddels afgerond, dus ik doe nu ook andere werkzaamheden op het gebied van gezondheid en veiligheid. Er is in het algemeen namelijk veel ondernomen voor de veiligheid van de leerlingen, maar voor medewerkers is dat thema nog te vaak onderbelicht. Wellicht zijn de medewerkers op een school, vergeleken met het bedrijfsleven, ook te bescheiden om voor hun arborechten op te komen.”

Foto Debbie

Versnipperd
Bij het Alkmaarse Van der Meij College is Marco Boelis, docent en vakgroepvoorzitter Produceren, Installeren en Energie (PIE), twee jaar geleden door de directeur gevraagd als preventiemedewerker. Hij vult dit als neventaak in voor 50 uur per jaar. “Ik kijk altijd goed om me heen, wat gebeurt er in een lokaal of gebouw? Als docent PIE zag ik dat de apparatuur waarmee de leerlingen werkten, niet jaarlijks gekeurd werd. Dat heb ik zelfstandig aangegrepen en een contract opgesteld met een onderhoudsbedrijf, ik wil namelijk niet dat mijn leerlingen met ongekeurde apparatuur werken. Door die actie kwam ik in beeld als preventiemedewerker en dat doe ik met veel plezier. De drempels in onze organisatie zijn laag; ik overleg met de conciërge die ook hoofd BHV is en met mijn directeur. De directeur brengt zaken omtrent veiligheid weer bovenschools bij het hoofd bedrijfsvoering ter sprake. We werken niet met een bovenschoolse preventiemedewerker zoals Debbie die functie invult, het is onderling verdeeld in onze organisatie. Voor sociale veiligheid hebben we P&O en twee vertrouwenspersonen als aanspreekpunt.”

Betrokkenheid creëren
Debbie Verhagen geeft aan dat sociale veiligheid vaak een ondergeschoven kindje is bij schoolorganisaties. “Zaken als discriminatie of ongewenste omgangsvormen, staan ook in de verplichte Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) die elke organisatie op moet stellen. Ondertussen hebben al onze scholen de RI&E en een plan van aanpak opgesteld. We zijn nu vijf jaar later en de ene school was zo klaar terwijl de andere langer bezig was. Vervolgens heb ik protocollen voor het arbobeleid opgesteld die alle scholen kunnen gebruiken en als derde hebben de scholen alle arbeidsmiddelen in kaart gebracht die jaarlijks gekeurd moeten worden. Momenteel zijn de scholen bezig met de BHV- en ontruimingsplannen en zo voeren we stap voor stap alle wettelijke verplichtingen door. Ik merk dat het bewustzijn op de scholen over een veilige en gezonde werkomgeving steeds meer gaat leven.”

Als onderdeel van de deskundige bijstand die zij verleent, koppelt Debbie Verhagen jaarlijks haar bevindingen aan de GMR terug. “Daarnaast heb ik voorlichting gegeven aan de MR over de arbowetgeving, mijn takenpakket en waar ze mij kunnen vinden. Het is de bedoeling dat de scholen het daarna zelf oppakken. Soms word ik ook gezien als ‘zij van het bestuur’ en loop ik tegen weerstand aan. Punt is, ik leg niets op maar wijs mensen op onveilige of ongezonde situaties en zij kunnen die zaken daarna zelf aanpakken. Daar waar het overleg goed gaat, maken mensen zich het onderwerp eigen en zijn zij oprecht betrokken bij het creëren van een veilige en gezonde werkomgeving. Je moet het als organisatie belangrijk vinden. Het opzetten van een goed beleid op dit gebied kost tijd, maar als het eenmaal loopt en ieder zich aan de protocollen houdt, dan hoeft het geen dagen werk meer te kosten.”

Alerte medewerkers
Als de collega’s zich bewuster worden van het belang van veilig en gezond werken, is de kans groot dat er ook meer docenten opstaan. Zoals Marco Boelis, die mondig genoeg is om onveilige situaties aan te kaarten en actie onderneemt. “Als mij het lukt, lukt het een ander ook wel”, zegt Marco Boelis. “Als je zaken duidelijk aangeeft en er komt verbetering, worden je collega’s ook enthousiaster om de veiligheid goed in acht te nemen. Je krijgt dan een olievlekwerking. Kijk, scholen zijn geen bedrijven, machines blijven soms gewoon staan tot ze stuk zijn. Ik heb er nu voor gezorgd dat het periodiek onderhoud van alle arbeidsmiddelen, elektrisch en mechanisch, binnen vijf jaar aan bod komt. Van slijptollen tot trapjes en knipmachines bij de reproafdeling. We verzamelen alle arbeidsmiddelen voor de herfstvakantie bij elkaar en in die week vindt de jaarlijkse keuring plaats. In het begin is er misschien weerstand, alhoewel dat bij mij als collega minder zal zijn dan wanneer je ‘van het bestuur bent’ zoals Debbie, maar straks is het voor iedereen logisch om het zo te doen. Ik spoor collega’s ook aan om goed om zich heen te kijken. En dan bedoel ik niet alleen de docenten en conciërges, maar via de conciërge bijvoorbeeld ook de schoonmakers die onveilige zaken kunnen opmerken.”

Marco Boelis 2

Cursus volgen
Debbie Verhagen en Marco Boelis hebben beiden een cursus van Voion gevolgd voor preventiemedewerkers. Debbie Verhagen: “Ik heb daar geleerd dat de Arbocatalogus-VO van onschatbare waarde is en belangrijke handvatten biedt die je met de directies kunt bespreken. Ook de site www.veiligepraktijklokalen.nl van Voion geeft handige informatie zoals instructiefilmpjes voor leerlingen en collega’s, plus instructie A4-tjes hoe je met apparatuur werkt. Die hangen op onze scholen boven de apparatuur, maar ik maak zelf ook veel voorlichtingsmateriaal voor de medewerkers. Voor de RI&E kunnen we gebruikmaken van de Arboscan-VO; deze is specifiek ontwikkeld voor het vo. De RI&E en het plan van aanpak die daaruit voortvloeien, worden vervolgens - verplicht - getoetst door een kerndeskundige. Ook verzorgen we op sommige scholen korte, praktische cursussen van anderhalf uur voor de conciërges, waarbij de Arbowet wordt samengevat en de aanwezigen vervolgens gezamenlijk door het gebouw lopen; waar kunnen zij dagelijks op letten om de veiligheid te vergroten? Daar leer je als preventiemedewerker of conciërge veel van en het wakkert het enthousiasme aan om met het thema veiligheid aan de slag te blijven.” 

Van papier af
Welke mijlpalen hebben beide preventiemedewerkers inmiddels behaald? Debbie Verhagen: “Voordat mijn functie in het leven werd geroepen, werd niet op elke school bewust omgegaan met veiligheid en gezondheid, dus bijna elke stap is winst. En wat we tot nu toe intern hebben gedaan, doen we nu ook extern. Ik vraag van de leveranciers zoals cateraars en externe sportzalen ook de RI&E op en op bepaalde scholen hebben de medewerkers in catering een HACCP-cursus gevolgd om de hygiëne te verhogen. Een groot succes is ook het feit dat medewerkers bewust worden van een veilige omgeving en ons weten te vinden bij onveilige situaties.” Marco Boelis bevestigt dat het vooral belangrijk is om je bewust te zijn van onveilige situaties en hulp te vragen. “Als docent weiger ik bijvoorbeeld om in mijn eentje in het lokaal de leerlingen met boormachines te laten werken. Ik kan dan onvoldoende toezicht houden. Scholen doen alles voor de leerling en willen dat de les doorgaat, maar ik vind dat de veiligheid daarbij niet in het gedrang mag komen. Inmiddels hebben we een antenne ontwikkeld voor kleine slordigheden die een grote impact kunnen hebben. Zo was men na een verbouwing vergeten om de stofkapjes van de rookmelder te halen en had een schildersbedrijf de antislipstrippen op de trap na een verfbeurt anders bevestigd, waardoor mensen zich verstapten. Zulke voorvallen maken mij weer scherp; het is bijvoorbeeld handig om een foto te maken voordat je aan zaken gaat sleutelen. Bij een BHV opfriscursus kijken we niet alleen naar de verbandtrommels of brandblussers, maar ook naar het ontruimingsplan. Dan kom je er bijvoorbeeld achter dat de vluchtweg geblokkeerd wordt door fietsen of niet overal rolstoelvriendelijk is. Daar moet dan actie op ondernomen worden.” Debbie Verhagen: “Communiceer je zo’n oefening dan ook in een nieuwsbrief? Het is voor de medewerkers ook fijn om te weten dat er geoefend is en de veiligheid goed in de gaten wordt gehouden. Ik zeg tegen onze scholen: hou iedereen zoveel mogelijk op de hoogte en informeer de medewerkers bijvoorbeeld als er een ontruimingsoefening is gehouden, wat de bevindingen zijn en waar zij de informatie terug kunnen vinden. Zo bouw je langzaam een algemeen bewustzijn op. De bedoeling is dat de maatregelen voor een veiligere en gezondere werkomgeving van het papier afkomen en gaan leven onder de medewerkers. Niet als checklijst ergens onderin een la, maar dat iedereen er bewust mee bezig is waardoor je omgeving alsmaar veiliger wordt.”