VOION Haganum 2144

Publicaties

Onderzoek naar loonverschillen leraren voortgezet onderwijs en marktsector

donderdag 23 november 2017 | Onderwijsarbeidsmarkt | Algemeen Voion

Betreft: Vergelijking van het loon van leraren en schoolleiders in het voortgezet onderwijs met de marktsector, 2006-2015
In opdracht van: Voion
Uitgevoerd door:  SEO Economisch Onderzoek 
Publicatiedatum: november 2017

Dit onderzoek vergelijkt de lonen van leraren en schoolleiders in het voortgezet onderwijs met dat van de meest vergelijkbare werknemers in de marktsector. Het onderzoek kijkt naar het loonverschil tussen leraren in het voortgezet onderwijs en qua achtergrondkenmerken vergelijkbare werknemers in de marktsector. Hierbij beantwoordt het onderzoek ook de vraag of er onderscheid zit in het loonverschil in vergelijking met de markt voor verschillende groepen leraren, gebaseerd op combinaties van eerste- of tweedegraadslesbevoegdheid en vak, of leeftijd, type dienstverband, opleidingsniveau en/of geslacht.

Samenvatting
Leraren in het voortgezet onderwijs verdienen in 2016 gemiddeld 31 euro per uur en dat is ongeveer 1 procent lager dan dat van vergelijkbare werknemers in de marktsector.
Figuur 3.1.jpg




















Het gemiddelde bruto uurloon van schoolleiders in het voortgezet onderwijs was in 2016 hoger dan dat van vergelijkbare werknemers in de marktsector. Nadere analyses laten zien dat het loonverschil ten opzichte van de marktsector verschilt voor afzonderlijke groepen leraren. Er zijn groepen leraren die een hoger loon hebben dan vergelijkbare werknemers in de marktsector, maar ook groepen leraren die juist een lager loon hebben dan de met hen vergelijkbare werknemers in de marktsector, afhankelijk van achtergrondkenmerken als opleidingsniveau, leeftijd en geslacht.

  • Eerstegraadsleraren in het voortgezet onderwijs hebben een groter beloningsverschil ten opzichte van de marktsector dan leraren met een tweedegraads lesbevoegdheid. In 2016 was het gemiddelde bruto uurloon van leraren met een eerstegraads bevoegdheid in het voortgezet ongeveer 4 procent lager dan dat van vergelijkbare werknemers in de marktsector. Onder eerstegraadsleraren in het voortgezet onderwijs was het loonverschil ten opzichte van de marktsector in 2016 het grootst voor leraren in bètavakken (ongeveer 9 procent) en het kleinst voor leraren Nederlands en overige talen (exclusief Engels, ongeveer 5 procent).
  • Tweedegraadsleraren in het voortgezet onderwijs hadden gemiddeld een met de marktsector vergelijkbaar bruto uurloon in 2016, hoewel het loon ten opzichte van de marktsector verschilt per vak(groep). Het gemiddelde bruto uurloon van tweedegraads leraren bètavakken was in 2016 ongeveer 6 procent lager dan dat van vergelijkbare werknemers in de marktsector; en dat van tweedegraadsleraren gammavakken juist ongeveer 9 procent hoger.
  • De groep werknemers in de marktsector waar leraren in het voortgezet onderwijs mee zijn vergeleken verschilt per vak(groep), omdat de achtergrondkenmerken van leraren per vak verschillen. Leraren in bètavakken zijn bijvoorbeeld vaker man dan leraren in alfavakken, waardoor ook de groep vergelijkbare werknemers in de marktsector voor de bètavakken meer mannen omvat.
  • Ongeacht het vak dat zij geven, hebben mannelijke leraren gemiddeld een lager bruto uurloon dan vergelijkbare werknemers in de marktsector, en vrouwelijke leraren juist een hoog loon ten opzichte van de marktsector; met name vrouwen met een deeltijdfunctie.
  • Voor leraren jonger dan 35 jaar is het gemiddelde uurloon over het algemeen relatief hoog in het voortgezet onderwijs, leraren ouder dan 50 jaar hebben meestal een relatief laag loon in het voortgezet onderwijs ten opzichte van de marktsector.
  • Tenslotte hebben masteropgeleide leraren vaker een lager bruto uurloon dan vergelijkbare werknemers in de marktsector, en leraren met een bacheloropleiding vaker een hoger bruto uurloon dan vergelijkbare werknemers in de marktsector. De verschillen zijn vooral te verklaren door de grotere loonverschillen in de marktsector dan in het voortgezet onderwijs, vooral naar opleiding, leeftijd en geslacht.  

Download hieronder het volledige onderzoeksrapport.