VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Welzijnstraject bij Scholengroep Over- en Midden-Betuwe: Lessons learned

Veilig en vitaal werken | Algemeen Voion

Tips van Scholengroep Over- en Midden-Betuwe

Een beter welzijn voor iedereen klinkt mooi, maar hoe pak je dat nou aan? Waar moet je op letten? En welke valkuilen moet je vermijden? Harry Grimmius, Geer Hubers en Gerrit Laurenssen van Scholengroep Over- en Midden-Betuwe geven tips waarmee andere vo-scholen hun voordeel kunnen doen.

Het klinkt mooi: een welzijnstraject op poten zetten voor alle scholen uit je scholengroep. Maar gemakkelijk is het niet. Het vergt tijd, geduld, budget en behoorlijk wat organisatie. Heeft Scholengroep Over- en Midden-Betuwe misschien tips voor vo-scholen die ook zo’n traject op poten willen zetten? Zeker zijn die tips er, zo bevestigt Geer Hubers, directeur van het bestuursbureau. “Het klinkt misschien als een open deur, maar het is heel belangrijk om aan draagvlak en commitment te werken. Niet alleen binnen het directieteam en de MT’s, maar zeker ook bij je medewerkers. Zij moeten uiteindelijk input leveren over knelpunten waar ze tijdens hun werk tegenaan lopen. Zonder hun input kun je niets. Daar moet je dus in investeren.”

Enthousiasme
Een tip die hiermee samenhangt is dat je moet zorgen voor kartrekkers of “sponsoren”. Hubers: “Wie draagt zo’n traject nou echt een wam hart toe? Betrek deze mensen zo vroeg mogelijk bij het proces. Zij kunnen er met hun enthousiasme immers voor zorgen dat ze collega’s meenemen.” Ook is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat mensen aanwezig kunnen zijn bij de diverse bijeenkomsten. “Je moet ook het juiste moment uitkiezen om bijeenkomsten te organiseren”, benadrukt GMR-voorzitter Gerrit Laurenssen. “Probeer te voorkomen dat je bijeenkomsten plant in de drukste weken van het jaar. Dan heeft niemand er oren naar en zal de opkomst minimaal zijn. Bovendien is de kans aanwezig dat mensen die wel komen opdagen er niet echt met hun hoofd bij zijn.” Hubers vult aan: “Het vraagt gewoon behoorlijk veel regelwerk. Niet alleen moet je rekening houden met drukke en minder drukke periodes. Ook moet je nadenken over uitval van lessen als gevolg van de bijeenkomsten en parttime werkende collega’s die er misschien niet bij kunnen zijn.”

Organisch proces
Het is ook belangrijk om zo’n welzijnstraject als een organisch proces te beschouwen. “Houd niet te strikt vast aan de planning die je aan het begin opstelt”, stelt Hubers. “Want die kan gedurende het traject – onder invloed van bijvoorbeeld de waan van de dag of voortschrijdend inzicht – veranderen.” Harry Grimmius, voorzitter van het College van Bestuur, bevestigt dit: “Eigenlijk wilden we voor de zomervakantie een volledige gespreksronde op alle locaties plannen. Maar door drukke agenda’s bleek dit niet overal mogelijk. Daar moet je dus wel oog voor hebben; je moet niet koste wat kost zo’n bijeenkomst erdoorheen willen doordrukken. Dat is niet constructief en levert niets op.”

Pas op de plaats
Volgens Hubers is het ook belangrijk om af en toe pas op de plaats te maken. “Ga voor jezelf eens na of je nog op de goede weg bent. Verloopt alles nog volgens plan. Als het wat langzamer gaat dan je had verwacht – zoals bij ons het geval was – is dat ook niet erg. Het gaat ook om de route ernaartoe, niet alleen om het einddoel.” Daarnaast is het zaak dat je blijft sturen op de uitvoering. “We hebben het traject bijvoorbeeld regelmatig geëvalueerd met De Goede Praktijk – de partij die ons ondersteunde met het traject. Als opdrachtgever is dat natuurlijk ook gewoon je taak. Maar het wil er soms wel eens bij inschieten. Toch is het belangrijk om die samenwerking te monitoren en het regelmatig te hebben over de wederzijdse verwachtingen. Trek aan de bel als zaken anders lopen dan je verwacht. Houd het bespreekbaar. Dan voorkom je gedoe achteraf.”

Welzijnstraject bij Scholengroep Over- en Midden-Betuwe: Lessons learned