Het (aankomende) lerarentekort en de wens om onderwijstijd effectiever te gebruiken, waren voor het Sint-Janslyceum aanleiding om met de pilot Onderwijstijd te starten. De school werkt gedeeltelijk met digitaal onderwijs en kijkt kritisch welke lesstof écht relevant is voor de leerlingen. Rector Jean Wiertz: “We doen dit niet om te besparen of omdat er een acuut probleem is, maar om voorbereid te zijn en juist op deze manier de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.”

Rector Jean Wiertz en docent Duits Jouke Raymakers van het Sint-Janslyceum
Wiertz vertelt: “We zitten hier in Den Bosch in een tamelijk luxe positie, omdat mensen deze omgeving fijn vinden om te wonen en werken. Toch merken ook wij dat het voor een aantal vakken steeds lastiger wordt om voldoende goede docenten te vinden. Nu levert dat nog geen problemen op, maar in de toekomst kan dat veranderen. Daarom willen we voorbereid zijn. Dat betekent dat je anders moet omgaan met onderwijstijd.”
“We moeten ons voorbereiden op de toekomst. Dat betekent dat je anders moet omgaan met de onderwijstijd.”
Samenwerking met andere school
“Daarnaast liepen we tegen een praktisch punt aan”, vervolgt hij. “Op ons Gymnasium kiezen maar heel weinig leerlingen voor het vak Grieks. Dan zet je één docent in die vier uur per week les geeft aan drie leerlingen. Dat is eigenlijk niet in verhouding. Daarom zijn we in gesprek gegaan met een gymnasium uit ons bestuur. We hebben afgesproken dat deze drie leerlingen twee uur per week fysiek aansluiten bij de lessen Grieks daar en de andere twee uur digitaal volgen.
We hebben er bewust voor gekozen om de leerlingen gedeeltelijk fysiek te laten aansluiten, zodat ze betrokken blijven bij de klas en de les. De digitale lessen volgen zij wel vanuit onze school. Tijdens corona hebben we namelijk gemerkt dat volledig thuis digitaal onderwijs niet goed werkt. Binnen onze school is bovendien een vakdocent beschikbaar die niet bij de les zit, maar wel kan dienen als vraagbaak. Ook worden de toetsen hier op school afgenomen.”
Eén lesuur via digitaal platform
Wiertz: “Daarnaast zijn we in de derde klas van het vwo gestart met een project rondom het vak Duits. Voorheen kregen leerlingen drie lesuren per week; dat hebben we teruggebracht naar twee klassikale uren. Het derde uur werken zij via een digitaal platform met opdrachten die de docent heel goed kan monitoren. Ook spreekopdrachten kunnen daar worden ingeleverd en later beoordeeld. Dit lesuur staat niet in het rooster. Leerlingen kunnen het uitvoeren op het moment dat hen uitkomt.”
Jouke Raymakers, docent Duits: “Onze ervaringen met het platform zijn overwegend positief. Het vereist een bepaalde zelfstandigheid aangezien leerlingen zelf de regie moeten nemen. Sommige leerlingen kunnen dit heel goed en anderen vinden dit moeilijker. Vrijwel alle leerlingen vinden het prettig dat de lesstof overzichtelijk is georganiseerd compleet met uitlegvideo’s. Bij bijvoorbeeld ziekte kunnen ze makkelijk weer aanhaken. Sommige leerlingen kiezen Duits als extra vak zonder de klassikale lessen te volgen. Dat blijkt met dit platform goed te kunnen. Daarnaast moet je leerlingen ook de tijd geven om eraan te wennen. Een voordeel van dit systeem vind ik dat de huiswerkhouding verbetert. Leerlingen komen er niet mee weg als zij hun huiswerk niet maken. Bij moderne vreemde talen is het belangrijk dat leerlingen de lesstof continu bijhouden en via dit digitale platform kun je dat proces goed in de gaten houden. Ook feedback geven gaat makkelijker. Als leerlingen een bepaalde opdracht moeilijk vinden, kunnen ze mij een mailtje sturen met het verzoek om feedback. Daarvoor maak ik ook weer gebruik van Chat GTP. Zou ik dat niet doen, dan zou het veel te veel tijd kosten.”
“Het werken met een digitaal platform vraagt om zelfstandigheid van leerlingen”
Wiertz vervolgt: “Een ander project is dat we twee jaar geleden in samenwerking met de Universiteit Leiden zijn gaan kijken naar ons curriculum. Daarbij bekeken we kritisch welke lesstof écht relevant is voor leerlingen. Er zat namelijk verrassend veel stof in het curriculum die eigenlijk totaal niet meer relevant is. Dus hebben we onze vakgroepen gevraagd te onderzoeken wat binnen hun eigen curriculum essentieel is en wat eventueel kan vervallen om onderwijstijd te besparen. Elke vakgroep heeft daarbij een coach gekregen vanuit de universiteit uit hetzelfde vakgebied, iemand die dezelfde taal spreekt.”
Tijd voor onderwijsontwikkeling
“Het gaat ons niet om het besparen van uren,” benadrukt Wiertz, “maar we willen onze docenten wel zo effectief mogelijk inzetten. Daarmee creëren we ook tijd voor onderwijsontwikkeling. Bijvoorbeeld om kritisch naar het curriculum te kijken, om data te analyseren zoals eindexamenresultaten of doorstroomcijfers of om het toetsenbeleid te herzien. Het gaat er om dat je af en toe even afstand neemt en vanuit een breder perspectief bekijkt waarom je bepaalde dingen doet. Door effectiever les te geven, ontstaat er ook tijd om na te denken over het onderwijs zelf.
“Het gaat ons niet om het besparen van uren, maar we willen onze docenten wel zo effectief mogelijk inzetten.”
Gedeeld leiderschap speelt hierin een belangrijke rol. Wij gaan ervan uit dat de docent een professional is, die zelf bepaalt wat er in de klas moet gebeuren. In ons professioneel statuut staat duidelijk vastgelegd wie waarover gaat. De vakgroepen hebben een belangrijke rol in het bepalen van de didactiek. Daarnaast hebben we een mavo-, havo- en vwo-team en daar gaat het meer over de pedagogische kant. Door deze structuur geven we veel vertrouwen aan de docenten en vakgroepen.”
Ouders meenemen in het proces
Hoe verliep het proces naar deze nieuwe invulling van de onderwijstijd? Wiertz: “De plannen door de medezeggenschapsraad krijgen, ging eigenlijk vrij soepel. Docenten reageerden wisselend. Sommige docenten zijn positief, omdat ze hierdoor meer tijd hebben voor onderwijsontwikkeling. Zij vinden de alternatieve manier van werken, bijvoorbeeld via het digitaal platform, acceptabel. Andere docenten vinden het lastig dat het aantal uren van hun vak wordt teruggebracht en zijn misschien wel bang voor baanverlies. Terwijl dat helemaal niet aan de orde is, want hebben iedereen hartstikke hard nodig. Ook zijn er docenten die wat behoudender zijn, zij willen gewoon het lesboek van voor tot achter behandelen. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Het gaat erom wat de leerlingen aan het einde van het jaar weten en wat ze eraan hebben gehad.
Wat we achteraf beter hadden kunnen doen, is de ouders eerder betrekken bij deze andere invulling van de onderwijstijd. We hebben dat pas gedaan toen leerlingen al voor het vak hadden gekozen en dat had eerder gekund. Dus dat zou ik andere scholen willen meegeven: neem ouders goed mee in het proces.”
Advies voor andere scholen
Raymakers: “Ik zie het digitaal lesgeven zoals wij dat doen niet als de heilige graal. Of een digitaal platform voor je eigen school geschikt is, hangt onder meer af van het vak, maar ook van de vaardigheden van de docent en hoe goed diegene met technische hulpmiddelen kan omgaan. Ik heb er behoorlijk veel uren ingestoken om dit systeem onder de knie te krijgen. Uiteindelijk moet dat weer tijd gaan opleveren, maar dat vraagt dus wel om een investering.”
Wiertz vult aan: “Er zijn talloze manieren om de onderwijstijd anders in te vullen, dit is er maar één. Maar het is wel belangrijk dat scholen nadenken over hoe je in minder tijd hetzelfde kunt bereiken, zolang de kwaliteit maar op peil blijft. Dat is voor mij het allerbelangrijkste: de kwaliteit mag er nooit onder lijden.”
| Pilot Onderwijstijd De pilot Onderwijstijd VO is een tweejarige pilot waarbinnen scholen de ruimte krijgen om uit te zoeken wat het betekent om binnen de wettelijke kaders minder lesuren aan te bieden aan leerlingen. Deze uren kunnen ze dan besteden aan lesvoorbereiding en/of ontwikkeltijd voor leraren. De pilot, een initiatief van het ministerie van OCW, de onderwijsbonden en de VO-raad, moet uitwijzen of een herziene balans scholen meer ruimte biedt om te werken aan de kwaliteit van lessen en de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs. Bent u geïnteresseerd in de ervaringen van de pilotscholen met de pilot Onderwijstijd VO? Volg dan de LinkedIn-nieuwsbrief pilot Onderwijstijd VO en blijf op de hoogte. |