Bij vmbo school Melanchthon Wilgenplaslaan werken ze sinds vorig schooljaar met kernlessen en Rooster-op-Maat-uren (RoM-uren). Mariska Sepers, docent Nederlands en voorzitter van de werkgroep Rooster op Maat: “Het heeft ervoor gezorgd dat ik meer tijd heb voor de leerlingen. Ook al heb ik minder minuten klassikaal met ze.”
Vincent Wolsheimer, vestigingsdirecteur: “Ik ben altijd verbaasd geweest dat er in het vmbo op het oog zo weinig ruimte lijkt te zijn voor maatwerk. Mijn ideaalbeeld is dat er ooit een maatwerkdiploma komt. Ik denk dat dat maatwerkdiploma er kan komen als er meer maatwerk in het rooster wordt aangeboden. Dat is één van de eerste stappen waar wij nu mee bezig zijn. De pilot Onderwijstijd sluit hier goed op aan.”
Klassieke lesuren op weekbasis verminderd
Wolsheimer vervolgt: “Binnen onze school kregen alle leerlingen voorheen evenveel uren per vak. Docenten liepen er wel eens tegenaan dat een leerling echt niet meer te houden was en in sommige gevallen ontstond dat uit verveling. We wilden daarom differentiatie aanbrengen in het onderwijs door het minimumaantal lessen te verlagen en verdieping voor de leerlingen aan te bieden in keuzetijd. Dat zou ander gedrag moeten bewerkstelligen.”
De school heeft dit gerealiseerd door met een ander rooster te werken, waarbij de klassikale lesuren op weekbasis werden verminderd. Sepers: “We gaven lessen van 50 minuten. Dit hebben we teruggebracht naar lesblokken van 30 minuten. In de praktijk heeft dit tot gevolg dat veel kernlessen een dubbel lesblok, dus een uur, duren.” Wolsheimer vult aan: “Maar op weekbasis heeft iedereen 20 tot 50 minuten ingeleverd en die tijd wordt gebruikt voor de RoM-uren. Die RoM-uren richten we zoveel mogelijk per leerjaar in. Dus het aanbod is er wel voor alle vijf de klassen in een leerjaar, maar niet iedereen maakt daar gebruik van. En daar zit je winst in de onderwijstijd.”
Wolsheimer: “We hebben op een gegeven moment een voorstel gedaan aan de vakgroepen op basis van het nieuwe rooster met lesblokken van 30 minuten. Daarbij hebben we de vraag gesteld of zij met dit aantal minuten 80% van de klas voldoende konden toerusten om de lesdoelen te behalen. Als het antwoord “nee” was gingen we hierover in gesprek: waarom dan niet en wat is er voor nodig om dit wel te kunnen doen? Dat is een soort onderhandeling geworden. Uiteindelijk zijn we begin van dit schooljaar op deze manier gaan werken.”
Invulling van de RoM-uren
En wat wordt er dan tijdens die RoM-uren gedaan? Sepers: “In het ideale plaatje, dus als we dit een aantal jaar doen en alles loopt zoals het moet, kunnen leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben dat tijdens deze uren krijgen. Maar we willen ook graag extraatjes bieden, zoals extra sportlessen of kunstlessen. Om op die manier leerlingen die het gewoon heel goed doen te belonen.
Daar zijn we nog niet. Voor nu werken we met huiswerkuren, stilte-uren en vakverdiepingsuren. Omdat we lesuren hebben afgesnoept van de normale uren is het de bedoeling dat leerlingen wat minder huiswerk maken binnen de lesuren, maar dat in de huiswerkuren doen. Deze uren worden begeleid door docenten of onderwijsassistenten. Daarnaast bieden we stilte-uren aan. Daarin kunnen leerlingen leren of lezen. Tot slot hebben we vakverdiepingsuren. Wat binnen die tijd gebeurt is afhankelijk van het vak en de docent. Voor het vak Nederlands willen we volgend jaar in ieder geval één vast RoM-uur grammatica en spelling aanbieden.”
Dringend tot dwingend advies
Het volgen van de RoM-uren is niet helemaal vrijwillig. Sepers: “Als leerlingen binnenkomen kunnen we op basis van de Cito-toets vrij snel aangeven wat verstandig is om te doen. Daarnaast heeft de vakdocent natuurlijk een belangrijke taak om dit te signaleren en door te geven aan de mentor en leerling. Vervolgens kan de mentor hierover verder in gesprek met de leerling.” Wolsheimer vult aan: “We geven hierover een dringend tot dwingend advies. Daar zit tegelijkertijd de ontwikkeling nog. Ons ideaalplaatje is dat een leerling zelf naar zijn of haar cijfers kijkt en op basis daarvan bepaalt waar extra ondersteuning nodig is. Wat we nu nog vaak zien is dat leerlingen het volgen van deze uren al snel zien als straf en extra werk. Daarin zijn we nog aan het zoeken met elkaar.”
Leerling van de Melanchthon Wilgenplaslaan: “Ik vind het 30 minuten rooster fijn. Omdat de lessen minder lang duren, kan ik mijn aandacht er beter bij houden. Hierdoor moet ik wel wat meer huiswerk thuis maken, maar dat vind ik niet zo erg. Een verbeterpunt zou nog zijn dat de ROM-uren worden gegeven door de eigen vakdocent. Nu had ik soms een vraag over Wiskunde, maar dan zat er bij het ROM-uur een docent Nederlands. Die kon mij dan niet zo goed helpen.” |
Invulling van ontwikkeltijd docenten
De andere invulling van de onderwijstijd zorgt voor meer ontwikkeltijd voor docenten. Hoe wordt deze ingevuld? Wolsheimer: “Daar ligt geen zware verantwoording op. Ik ga uit van de professionaliteit van de medewerkers en ik denk dat het belangrijk is om ook daarin maatwerk te leveren. De behoeftes die docenten op dit vlak hebben verschilt.” Sepers vult aan: “Ik gebruik deze tijd bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van eigen materiaal dat ik deel met collega’s, het begeleiden van nieuwe collega’s en mijn studie Professioneel Meesterschap.”
Lang proces aan vooraf gegaan
De invoering van het nieuwe rooster met kernlessen en RoM-uren is een lang proces geweest. Wolsheimer: “De allereerste schets van zo’n dagrooster hebben we al in 2020 gemaakt. Dat was naar aanleiding van een conferentie over maatwerk en flexroosters. Vervolgens zijn we een werkgroep gestart met een projectopdracht en dat heeft geleid tot werkbezoeken, schoolbezoeken, literatuurstudies, pogingen tot het ontwikkelen van een rooster, bijscholing en uiteindelijk een voorstel vanuit de werkgroep naar de schoolleiding om met een pilot te gaan werken. Daarna hebben we, en dat is nu drie jaar geleden, een week een pilot gehouden. Het jaar erna hebben we twee keer een week een pilot gedaan en vorig jaar hebben we tussen de herfstvakantie en kerstvakantie een pilotperiode gehad. Al die ervaringen hebben tot een voorstel geleid en op basis daarvan heb ik een implementatieplan geschreven. Dat is langs de Medezeggenschapsraad gegaan en op 1 augustus 2024 zijn we formeel begonnen.”
De docenten, leerlingen en ouders zijn tijdens dit proces uitgebreid meegenomen. Wolsheimer: “Ik heb al heel vroeg zaadjes geplant bij de docenten. Dus telkens weer even verteld over de ontwikkelingen rondom maatwerk en flexroosters, maar ook gesprekken gevoerd met collega’s die weerstand hadden tegen deze maatregelen.” Sepers vult aan: “Ouders hebben we meegenomen in het proces door voorafgaand aan de pilots informatiebrieven te sturen waarin we uitlegden wat we gingen doen in die periode en wat dit voor gevolgen had voor het rooster. Na elke pilot zijn bovendien enquêtes uitgezet onder leerlingen, ouders en docenten. Wolsheimer vult aan: “Ook hebben we een leerlingenparlement gehouden, waarin leerlingen in een rondetafelgesprek met de directeur feedback mochten geven over de pilot.”
Meer tijd voor de leerlingen
Sepers: “Het voordeel van de nieuwe invulling van de onderwijstijd vind ik dat er meer tijd is voor de leerlingen. Juist tijdens de RoM-uren kun je leerlingen die normaal gesproken wat minder aandacht krijgen, omdat ze gewoon doen wat ze moeten doen, die extra aandacht geven.” Wolsheimer vult aan: “Daarnaast zien we dat de onderwijsresultaten van de leerlingen nagenoeg gelijk zijn gebleven, ondanks dat ze dus minder uren klassikaal les krijgen.”
Sepers: “Wel lopen we roostertechnisch nog tegen een aantal dingen aan. Dat is wel negatief, maar dat heeft niets te maken met wat het rooster ons oplevert. Wolsheimer: “De roostertechnische problemen hebben vooral te maken de formatie. Er werken in onze school natuurlijk ook parttimers en dan moet je dus rekening houden met hun vrije dagen. Dat doen we ook, maar dat heeft dus wel invloed op het rooster. Aan andere scholen die hier tegenaan lopen zou Wolsheimer willen adviseren: “Laat je begeleiden door de leverancier van het roosterprogramma. Eén of twee dagen iemand inhuren, win je daarna terug.”
Durf te proberen
Zijn er nog meer tips die Wolsheimer en Sepers willen meegeven aan andere scholen? Sepers: “Neem de tijd. Zorg ervoor dat het team al vroeg wordt meegenomen in het proces. Laat ze kritisch meedenken, zodat het nieuwe rooster van het hele team wordt.” Wolsheimer vult aan: “Maar blijf niet hangen in de tijd en start op een gegeven moment. Dus maak er geen papieren tijger van en durf te proberen. Doe hierbij niet te kleine pilots. Wij hebben de meeste pilots over de hele school gedaan. En als mensen een keer willen komen kijken bij een andere school, dan zijn ze hier van harte welkom.”
Pilot Onderwijstijd De pilot Onderwijstijd VO is een tweejarige pilot waarbinnen scholen de ruimte krijgen om uit te zoeken wat het betekent om binnen de wettelijke kaders minder lesuren aan te bieden aan leerlingen. Deze uren kunnen ze dan besteden aan lesvoorbereiding en/of ontwikkeltijd voor leraren. De pilot, een initiatief van het ministerie van OCW, de onderwijsbonden en de VO-raad, moet uitwijzen of een herziene balans scholen meer ruimte biedt om te werken aan de kwaliteit van lessen en de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs. Bent u geïnteresseerd in de ervaringen van de pilotscholen met de pilot Onderwijstijd VO? Volg dan de LinkedIn-nieuwsbrief pilot Onderwijstijd VO en blijf op de hoogte. |