Een betere oriëntatie op de toekomst in het werkveld voor de leerlingen, dat was het doel van het Sprongcollege bij deelname aan de pilot Onderwijstijd. Het Sprongcollege is een kleinschalige school voor praktijkonderwijs in Deurne, waar iedereen elkaar kent en er veel individuele aandacht is voor de leerlingen. Door minder lesuren te geven, creëren ze tijd voor een aantal medewerkers om met deze zogenoemde sectororiëntatie aan de slag te gaan.

Karlijn Heijkers, teamleider bovenbouw: “We merkten al een aantal jaar dat in de derde klas de motivatie van leerlingen daalde en dat daardoor het gedrag veranderde. Dit kwam ook naar voren uit tevredenheidsonderzoeken, dus daar willen we wat aan doen. Daarnaast willen we graag dat leerlingen zich beter kunnen oriënteren op de toekomst en het werkveld waarin zij later kunnen werken. Dat waren voor ons de redenen om aan te haken bij de pilot Onderwijstijd.”
“We willen dat leerlingen zich beter kunnen oriënteren op de toekomst”
Breed begonnen met brainstormen
Ze vervolgt: “We hebben met ingang van dit schooljaar het aantal lesuren per week van de derde klas verminderd van 31 naar 28 uur, waardoor zes medewerkers de ruimte kregen om deel te nemen aan de werkgroep van de pilot. In de werkgroep zitten onder andere de stagecoördinator, de mentor van de derde klas, een collega bovenbouw die lesgeeft aan de praktijkgroepen, een collega bovenbouw die de entreegroepen lesgeeft en wijzelf. Onze werkgroep kreeg een helder kader mee: we moeten ervoor zorgen dat de derdeklassers zich beter kunnen oriënteren op het werkveld.”
Jojanneke Kuijpers, onderwijsassistent en lid van de werkgroep, vult aan: “Vanuit de werkgroep zijn we gestart met brainstormen. Dat begon heel breed: er werden lessen verzonnen, weggegooid en weer opnieuw gemaakt. Wat daarin leuk was om te merken, is dat ieder lid van de werkgroep diens eigen kwaliteiten en werkwijze heeft. Dat was soms ook best uitdagend, maar we vullen elkaar wel heel goed aan.”
Heijkers: “We hebben ook deelgenomen aan een aantal online bijeenkomsten met andere scholen vanuit de pilot Onderwijstijd. Zo konden we leren van de ervaringen die deze scholen al hadden. We hebben daar vooral uit meegenomen dat het verstandig is om in stappen aan de slag te gaan en niet alles meteen op de schop te gooien. Daarnaast hebben we ondersteuning gehad van het onderwijsadviesbureau die de pilot begeleidt, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Als we hier behoefte aan hebben, kunnen we dit aanvragen en inzetten voor de werkgroep. Daarnaast hebben we regelmatig terugkoppelmomenten met een contactpersoon van dit bureau.”
Praktijkervaring bij verschillende bedrijven
Uiteindelijk kwam de projectgroep met een plan. Kuijpers: “Leerlingen van de derde klas hebben vier lesuren per week om in een bedrijf praktijkervaring op te doen. Voorheen was dat het hele jaar bij één bedrijf. We hadden het idee dat we onze leerlingen daar tekort mee deden. We lieten ze te weinig zien van wat er verder nog mogelijk was. Dus hebben we ons netwerk flink uitgebreid, waardoor leerlingen nu praktijkervaring kunnen opdoen bij verschillende bedrijven. Daardoor kunnen zij zich beter oriënteren en aan het einde van het jaar ook een betere keuze maken voor het bedrijf waar ze stage willen lopen.”
“We zijn klein begonnen, maar we hopen op een groot effect”
Cv maken en oefenen met een sollicitatiegesprek
Ze vervolgt: “Daarnaast besteden we veel aandacht aan werknemersvaardigheden. Binnen die uren leren de leerlingen bijvoorbeeld een cv maken en oefenen ze met het voeren van een sollicitatiegesprek. Ook lopen leerlingen interne stages. Een onderdeel daarvan is bijvoorbeeld aan de balie zitten en laptops uitlenen en bezoekers naar de juiste plek in het gebouw brengen. Bij de balieproef, een soort toets, wordt gekeken of ze de juiste kleding dragen, het bezoek op een nette manier aanspreken en hun takenlijst goed opvolgen. Allemaal activiteiten om ervoor te zorgen dat leerlingen beter voorbereid zijn op de beroepspraktijk.”
“De medezeggenschapsraad reageerde meteen positief”
Betrokkenheid medezeggenschapsraad
Heijkers: “Het plan voor het afschalen van de uren hadden we vóór het vormgeven van de werkgroep al voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Toen de invulling van het plan er lag, hebben we hen uiteraard weer betrokken. Zij reageerden eigenlijk meteen positief. Ik denk dat voor iedereen duidelijk is dat dit plan ergens vandaan komt. We liepen iedere keer tegen de tevredenheidsonderzoeken van die klas aan, waar de resultaten maar van bleven dalen. Dus het was duidelijk dat er iets moest gebeuren. Overigens zit er ook een lid van de medezeggenschapsraad in de werkgroep, dus op die manier is hun betrokkenheid sowieso aanwezig. Ook de ouders zijn meegenomen in het proces. Zo hebben de mentoren dit besproken tijdens de startgesprekken aan het begin van het schooljaar en hebben we na de herfstvakantie een extra ouderavond ingelast waarin dit aan de orde komt.”
“We zijn klein begonnen, maar we hopen op een groot effect”
Klein begin met sneeuwbaleffect
Ze vervolgt: “Wat we denk ik ook goed hebben gedaan, is dat we klein zijn begonnen. We hebben er bewust voor gekozen om de pilot alleen uit te voeren in de derde klas. Wel hopen we dat dit uiteindelijk een sneeuwbaleffect heeft naar de andere klassen. Daarnaast hebben we onszelf de tijd gegeven: tot de herfstvakantie zijn de leerlingen nog bezig met de stage- en geschiktheidsonderzoeken en daarna lopen ze nog een aantal weken stage bij het bedrijf dat we al hadden. Dat geeft ons de tijd om nieuwe bedrijven te vinden waarin leerlingen zich kunnen oriënteren op verschillende werkvelden.”
En kunnen ze al aangeven wat ze aan de pilot Onderwijstijd hebben gehad? Heijkers: “We zijn natuurlijk pas net gestart, maar we merken wel dat leerlingen het als positief ervaren en openstaan voor het nieuwe aanbod. Daarnaast ontstaat er meer motivatie voor de geboden lesstof en is de sfeer daardoor ook beter. Daarmee hopen we onze doelen te bereiken; de kwaliteit van het onderwijs omhoog en de veiligheid binnen de groep te verbeteren.”
Meer weten over hoe het Sprongcollege leerlingen voorbereidt op de toekomst? En wat de effecten zijn van de pilot voor leerlingen en medewerkers? In het voorjaar verschijnt deel 2 van dit praktijkverhaal.
| Pilot Onderwijstijd De pilot Onderwijstijd VO is een tweejarige pilot waarbinnen scholen de ruimte krijgen om uit te zoeken wat het betekent om binnen de wettelijke kaders minder lesuren aan te bieden aan leerlingen. Deze uren kunnen ze dan besteden aan lesvoorbereiding en/of ontwikkeltijd voor leraren. De pilot, een initiatief van het ministerie van OCW, de onderwijsbonden en de VO-raad, moet uitwijzen of een herziene balans scholen meer ruimte biedt om te werken aan de kwaliteit van lessen en de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs. Bent u geïnteresseerd in de ervaringen van de pilotscholen met de pilot Onderwijstijd VO? Volg dan de LinkedIn-nieuwsbrief pilot Onderwijstijd VO en blijf op de hoogte. |