
Betreft: Artikel over verklaringen voor de stijging van de WW in relatie tot het tekort dat in de afgelopen schooljaren werd ervaren
Door: UWV
Datum: december 2025
UWV signaleert een recente toename van leraren in het primair onderwijs (po) en voortgezet/middelbaar beroepsonderwijs (vo/mbo) met een WW-uitkering. Dat is opmerkelijk, omdat er afgelopen jaar ook grote tekorten in het onderwijs waren, die naar verwachting de komende jaren nog niet opgelost zijn. In dit artikel wordt op zoek gegaan naar verklaringen voor deze stijging van de WW in relatie tot het tekort dat in de afgelopen schooljaren werd ervaren.
Aantal docenten in de WW stijgt
In de periode 2019-2024 was er sprake van een dalende trend in het aantal leraren dat ingeschreven stond in de WW. Vanaf het schooljaar 2024-2025 verandert de dalende trend. Dan is voor het eerst in jaren het aantal leraren met een WW-inschrijving hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. Bij aanvang van het nieuwe schooljaar in 2025 is te zien dat de zomerpiek voor het eerst hoger is geëindigd dan het voorgaande jaar. Het aantal leraren met WW verschilt per regio
Leerlingendaling kan bijdragen aan stijging WW
In het po is er sinds 2010 sprake van een daling in het aantal leerlingen, in het vo is deze daling iets later, vanaf 2015 ingezet. Voor zowel het po als het vo en mbo is de verwachting dat deze daling de komende jaren aanhoudt. Het aantal leerlingen verschilt per regio en onderwijstype, wat uiteraard de regionale vraag naar leraren beïnvloedt.De voorspelde daling in leerlingenaantallen maakt het verwachte lerarentekort kleiner, maar lost het niet op. Het aantal leerlingen daalde ook al toen er nog sprake was van de dalende WW-trend, hierdoor lijkt het misschien niet één van de oorzaken van de huidige WW-stijging. Het is mogelijk dat het aantal leerlingen op sommige scholen een kritische grens passeert waardoor deze een keuzevak niet meer kunnen aanbieden of klassen moeten samenvoegen.
Beëindiging subsidie Nationaal Programma Onderwijs
In het schooljaar 2024-2025 liepen de subsidies van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) af. Met betrekking tot de personeelsplanning geven scholen aan dat ze als gevolg van het aflopen van de NPO-middelen personeel niet meer kunnen vrij roosteren voor bepaalde interventies (45% in po en 39% in vo) en dat ze tijdelijk personeel moeten laten gaan (43% in zowel po als vo). De gesproken stakeholders uit de onderwijssector herkennen dit beeld en geven aan dat het aflopen van deze NPO-middelen inderdaad kon bijdragen aan de toename van het aantal docenten met WW.
Onderwijssector als onderdeel van een brede arbeidsmarkt
De Nederlandse arbeidsmarkt komt uit een periode van grote krapte. In september 2025 concludeerde het CBS dan ook dat werklozen iets langer moesten zoeken om aan het werk te komen. Het is dus niet vreemd dat dit invloed heeft op de onderwijsarbeidsmarkt en het stijgende aantal WW’ers in het onderwijs:
Goede baankansen: waar kunnen werkgevers deze WW’ers vinden?
De stijging in de WW biedt kansen voor scholen die te maken hebben met moeilijk vervulbare vacatures. In oktober 2025 stonden er 750 po-leraren en 2.200 vo/mbo-leraren ingeschreven voor de WW. Scholen kunnen bij WerkgeversServicepunten terecht voor advies en ondersteuning bij werving. Er is het Landelijk WerkgeversServicepunt en er zijn 35 regionale WerkgeversServicepunten. Zij kunnen scholen helpen met de bemiddeling van WW’ers die in het onderwijs aan de slag willen.
Het werven van nieuw personeel middels werkzoekende WW’ers is slechts één van de mogelijke oplossingen voor het tegengaan van personeelstekorten. Daarnaast zijn er ook hand-outs voor werkgevers ontwikkeld over het tegengaan van personeelstekorten bij 14 beroepsgroepen, zoals specifiek voor het onderwijs.