Betreft: Invloed functiemix op de carrièreperspectieven van leraren in het primair en voortgezet onderwijs
In opdracht van: Ministerie van OCW
Uitgevoerd door: CAOP en ROA/Universiteit van Maastricht
Uitgave rapport: november 2016
Dit rapport geeft inzicht in de gevolgen die de functiemix heeft gehad voor de wijze waarop scholen invulling geven aan het promotiebeleid, inclusief de promotiecriteria die hierbij een rol spelen. Daarnaast laat het onderzoek zien hoe schoolleiders en leraren aankijken tegen de carrièreperspectieven van leraren en de mogelijkheden die de functiemix hiervoor biedt.
Het onderzoek is gebaseerd op een internetenquête onder (netto) ruim 1.200 leraren en ruim 1.000 schoolleiders in het primair en voortgezet onderwijs. Ter verdieping van de resultaten uit de enquête zijn telefonische interviews gehouden met 20 leraren en 20 schoolleiders, evenredig verdeeld over po en vo.
Conclusies
De functiemix in zowel het po als vo is de afgelopen jaren aanzienlijk versterkt. Het realiseren van een versterkte functiemix is meer dan een cijfermatige exercitie waarin leraren over salarisschalen worden verdeeld. De functiemix betreft ook en vooral een beoordelings- en waarderingsvraagstuk waarvoor scholen beleid en criteria hebben opgesteld op basis waarvan zij leraren al dan niet (kunnen) laten promoveren. De versterking van de functiemix heeft op deze zaken op verschillende manieren een positieve uitwerking gehad.
Verschillende perspectieven op carrièreperspectief
Ondanks dat veel leraren van mening zijn dat hun carrièreperspectief de afgelopen jaren is verbeterd én dat de versterkte functiemix daarin een positieve rol heeft vervuld, zijn de meeste leraren op dit moment niet tevreden over hun carrièreperspectief. Ook de schoolleiders zijn hier kritisch over. Ter relativering is van belang op te merken dat de ontevredenheid over het carrièreperspectief over het algemeen geldt onder ambtenaren in overheidsdienst. Voor een deel is de ontevredenheid in het onderwijs een gevolg van het feit dat promotie per definitie selectief wordt ingezet. Daarnaast blijkt dat de invulling van het carrièreperspectief door leraren anders beleefd kan worden. Naast schaalpromotie (en daarbij behorende promotiecriteria en taakuitbreiding) is er een groep leraren (en schoolleiders) die het carrièreperspectief koppelt aan goed leraarschap en inhoudelijke verdieping. In die zin heeft het carrièreperspectief in het onderwijsveld niet alleen een financiële maar ook een inhoudelijke betekenis. In dat opzicht is het verbeteren van het carrièreperspectief van leraren meer dan het bieden van schaalpromotie, maar betreft ook het stimuleren van professionalisering, persoonlijke ontwikkeling, het up-to-date houden van kennis en vaardigheden en het (faciliteren van het) primaire proces.
Voor meer uitkomsten, conclusies en beleidssuggesties kunt u hieronder het volledige onderzoeksrapport downloaden.