VOION Haganum 2144

Publicaties

Rapportage Zij-instroom leraren 2020

donderdag 7 januari 2021 | Onderwijsarbeidsmarkt

Betreft: Een rapportage over bestandsgegevens zij-instroom van leraren in het onderwijs (po, vo en mbo) en de zij-instroom van studenten in de lerarenopleidingen.
Uitgevoerd door: Ministerie van OCW en DUO
Datum rapport: 7 december 2020

In deze rapportage wordt op basis van bestandsgegevens gerapporteerd over de zij-instroom van leraren in het onderwijs (po, vo en mbo) en de zij-instroom van studenten in de lerarenopleidingen. Naast gegevens over aantallen wordt ook inzicht gegeven in de mate waarin men in het onderwijs werkt en de herkomst van de zij-instromers.

De analyses zijn verricht door DUO en gebaseerd op de combinaties van bestaande bestanden (zij-instroom subsidiebestand, personeelsbestand scholen, bestand van studerenden in Nederland, CBS gegevens over arbeidsmarktpositie in het verleden). In de rapportage wordt aangegeven welke kanttekeningen bij deze analyse horen en welke definities zijn gebruikt.

Zij-instromers in het beroep
Zij-instromers in het beroep zijn na een geschiktheidsonderzoek beoordeeld als geschikt om al les te gaan geven terwijl zij tegelijkertijd scholing en begeleiding krijgen om hiaten in de kennis en vaardigheden aan te vullen. Schoolbesturen kunnen hiervoor een beroep doen op een subsidie regeling zij-instroom van OCW. Voor het vo ligt de ontwikkeling van de zij-instroom vrij constant rond de 100-150 per jaar, met het laatste jaar een kleine stijging ten opzichte van de voorgaande jaren.

Resultaten op de arbeidsmarkt zij-instromers in het beroep
De meeste zij-instromers zijn ook na enkele jaren nog als leraar in het onderwijs te vinden. Van degenen die in 2014 als leraar in het beroep zij-instroomden is na 5 jaar nog 83% nog steeds in het onderwijs werkzaam.

Voor het voortgezet onderwijs is vermeldenswaardig dat de grootste aandelen door zij-instromers gegeven lessen te vinden is bij tekortvakken. Omgekeerd is het niet zo dat tekortvakken per definitie grote aantallen zij-instromers tellen, zo hebben Duits en Frans een lager percentage zij-instromers dan gemiddeld.

Zij-instroom in de opleiding
DUO heeft geen registratie voor zij-instromers in opleiding. Er is gebruik gemaakt van een indirecte manier om dit vast te stellen: iedereen die aan een lerarenopleiding begint en de twee jaar daarvoor niet in de studenten bestanden voorkomt wordt beschouwd als een zij-instromer.

Het aantal zij-instromers in de opleiding is in de jaren 2015-2019 in absolute zin ruim twee maal zo hoog geworden. Het percentage zij-instromers steeg daarmee van 16% naar 26%. Bij de Lerarenopleiding 2e graads vo/mbo en universitaire lerarenopleiding 2015-2019 is het aandeel zij-instromers structureel hoger dan bij de Pabo. In de periode 2015-2019 ligt dit aandeel rond de 30%. De zij-instromers bij beide opleidingen kiezen vaak voor een deeltijd opleiding.

Resultaten op de arbeidsmarkt zij-instromers in de opleidingen
Zeven jaar na de start van de opleiding heeft een derde van de zij-instromers van de Pabo het diploma gehaald en is men werkzaam in het onderwijs. Voor de reguliere instroom geldt dat voor 42% van de instromers.

Bij de lerarenopleiding 2e graads voor vo/mbo en de universitaire lerarenopleiding is het aandeel zij-instromers dat na 7 jaar een diploma heeft behaald en werkzaam is in het onderwijs met een derde even hoog als bij de Pabo. Opvallend is dat de zijinstromers hier, in tegenstelling tot bij de pabo, duidelijk beter scoren dan de reguliere studenten. Als we de categorieën, met diploma werkzaam in het onderwijs en zonder (nieuw) diploma werkzaam in het onderwijs, bij elkaar optellen werkt na 7 jaar 48% van de zij-instromers in het onderwijs en 35% van de reguliere studenten.

Herkomst zij-instromers
Met behulp van CBS gegevens is gekeken waar mensen werkzaam waren voor ze zij-instromer in het beroep leraar werden. De sector ‘overheid, onderwijs en wetenschappen‘ is de belangrijkste leverancier voor de zij-instromers in het beroep, gevolgd door de sector ‘Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen’ op de tweede plaats en de ‘Zakelijke dienstverlening’ op de derde plaats.

Als gekeken wordt naar de zij-instroom in de opleiding geldt dat de sector waar mensen uit afkomstig zijn meer verdeeld is. Onderwijs en zorg zijn wederom de grootste sectoren, maar in percentage slechts ongeveer de helft van de omvang van de instroom in het beroep.

Gerelateerde onderwerpen