VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Geef de docent zijn vak terug

woensdag 3 juli 2019 | Onderwijsarbeidsmarkt | Veilig en vitaal werken

banner dhr Nagel.jpg

De Fontein in Bussum gaat later dit jaar het schoolplan 2020-2024 opstellen, waarin de jaarlijkse 50 uren ontwikkeltijd een belangrijke pijler worden om identiteit, continuïteit en kwaliteit te borgen. Het is de verdieping van het huidige motto ‘ambitieus en betrokken’. “We willen een school zijn waar bevlogen docenten elkaar ontmoeten. Professionele ruimte mag je opeisen en delen.”


Adriaan Nagel is directeur van De Fontein, horend bij de Gooise Scholen Federatie. Ontwikkeltijd hangt volgens hem samen met werkdrukverlaging en professionalisering. In 2013 is zijn school gestart met het Voion-programma Voortgezet werkplezier, nadat was gebleken dat medewerkers de werkdruk hoog vonden.
“Wat is werkdruk eigenlijk? Is het nodig? Verkeerd? Hoort het erbij? Het allerbelangrijkste is dat we er samen over praten en erkennen dat het er is. Dat was gek genoeg al reden voor een ‘hèhè, blij dat ze het inzien’. We zijn gaan inventariseren: wat vreet energie en wat geeft energie? Wat wil je leren en hoe kunnen we elkaar inspireren?”

Medewerkers faciliteren
Uit de behoeftebespreking is naar voren gekomen wat een goede invulling zou zijn van de 50 klokuren ontwikkeltijd. “Als je kijkt naar die 50 uren ontwikkeltijd, dan lijkt dat op papier enorme winst maar in de praktijk merken we niet dat het werkdrukgevoel lager wordt.”
Dus komt er volgend jaar iets moois: vijf maal “de dag waarop we de dingen doen waar we anders niet aan toekomen, zoals werkplanners en toetsen maken”. Aangevuld met een aantal dagen zonder lessen voor docenten. “We gaan als schoolleiding niets opleggen maar faciliteren een dag voor zinvolle invulling, zoals voorbereiding en afronding van taken. Dat geeft rust. Je kunt ook executieve functies organiseren, samen op zo’n dag bespreken hoe je leerlingen meeneemt in burgerschap bijvoorbeeld.
”Vorig jaar heeft Adriaan Nagel dit plan al vormgegeven met docenten. “Het is belangrijk dat mensen het gevoel krijgen dat ze gefaciliteerd worden in dingen die ze toch moeten doen. Daarnaast hebben we de GSF Academie, waar mensen alle mogelijke cursussen krijgen. Dat is frequent van 17 tot 20 uur, inclusief maaltijd.”

Slim organiseren
Een kwestie van slim organiseren, vindt Adriaan Nagel. Qua onderwijstijd komt De Fontein goed uit; er zijn bijvoorbeeld voldoende inhaalmomenten voor leerlingen om buiten het lesrooster om een toets te herkansen.
En deze school kent een bijzondere maatregel: tussen de start- en begintijd van lessen is vijf minuten ‘looppauze’: even naar de wc of iets drinken en dan rustig 50 minuten de tijd nemen voor de les. Bij de start vijf jaar geleden was dat wennen, ook voor ouders. Want hun kind komt 20 minuten later uit school.
“Het is natuurlijk onmogelijk om om 10.20 uur een les te beëindigen en tegelijkertijd een nieuwe te starten met anderen. Maar we verwachten het wél en dat levert werkdruk op. We zijn per jaar 100 uur bezig met het afsluiten en opstarten van lessen: ruim twee weken die we verkwanselen. Geen zinnig mens vindt dat aanvaardbaar.”
“Slimmer werken is prettiger voor de medewerkers, de MR is nauw betrokken en collega’s krijgen jaarlijks een korte vragenlijst om te peilen waar we staan.”
De Fontein probeert ook geregeld workshops uit die Voion aanreikt. “Wat gaat goed, wat kan beter en wat moet beter? Met stickers hebben we bijvoorbeeld samen met medewerkers, leerlingen en ouders gekeken waar prioriteiten liggen waar mensen aan willen werken.”

Regie
De regie ligt bij de docent. Onder- en bovenbouw zitten op één lijn, dankzij het compacte team. Door die korte lijntjes en Adriaan Nagels visie gaat hij de ontwikkeltijd “niet dichttimmeren met afspraken”.
“Ik verwacht van docenten zelf een zinvolle, aansluitende besteding, omdat ze weten wat leerlingen moeten kunnen en kennen. Wij zijn geen buschauffeurs van de educatieve uitgevers. Geef docenten hun vak terug. Ik bied professionele ruimte en als je mensen uitdaagt die professionaliteit te tonen, geef je ruimte om te ontwikkelen. En als je die niet neemt, hebben we het erover.”

Adriaan Nagel noemt het te vroeg voor reflectie op het proces. “We gaan in waarderingsgesprekken beoordelen, waarderen en begeleiden. Wat is nodig, waar is behoefte aan? Net als bij leerlingen: wat heb je nodig om je doelen te bereiken? Zij presenteren hun eigen rapport aan hun mentor/coach en ouders met de uitleg erbij. Dat verwachten we van medewerkers ook. Eigenaarschap is heel belangrijk.”