Professionele ruimte vraagt om docenten die kritisch naar zichzelf kunnen kijken en leidinggevenden die op de goede manier met docenten communiceren. Niet voor niets is de gesprekscyclus een van de belangrijkste instrumenten om het nieuwe personeelsbeleid van de MSA vorm te geven.
De gesprekscyclus bestaat uit drie gesprekken in twee jaar. Daarin staan achtereenvolgens planning, voortgang en beoordeling centraal. Uitgangspunt is dat kritische reflectie gescheiden is van het oordelen. In de gesprekken zullen altijd de drie aspecten aan bod komen, die voor de MSA de kern van het docentschap vormen: beroepskwaliteit (competenties voor een startbekwaam en ervaren docent en een allrounder), samenwerken en professionaliseren. “Bij docenten is persoonlijke ontwikkeling altijd gekoppeld aan goed zijn en goed blijven in je vak en de kennis en vaardigheden die je daarvoor nodig hebt”, zegt Stoovelaar. Bock: “Wij pretenderen te weten wat goed onderwijs is, vanuit de montessorigedachte. Belangrijk voor het behalen van goede resultaten is: beheers je je vak? Kun je dat bevlogen overbrengen? Ga je gelijkwaardig en respectvol om met de leerlingen?”
Gereedschap
Om ervoor te zorgen dat het gesprek maximaal benut wordt zijn vragenlijsten gemaakt, die docent en leidinggevende van tevoren onafhankelijk van elkaar invullen. “Het gesprek kan dan bijvoorbeeld meteen gaan over punten die ze verschillend hebben ingevuld”, aldus Stoovelaar. “Docenten kunnen er ook voor kiezen een zelfevaluatie te schrijven, daarin laten we ze vrij.” Een belangrijk gereedschap voor docenten is ook intervisie. Om beter te worden in de klas, kunnen docenten niet zonder reflectie op hun handelen. “Om hierin structuur te brengen en duidelijk te maken wat we willen zien, ook vanuit de montessori-gedachte, hebben we een kijkwijzer ontwikkeld”, vertelt Stoovelaar.
Naast de kijkwijzer worden andere observatie-instrumenten gebruikt, afhankelijk van de situatie en de vraag van de docent. Om de intervisie verder te professionaliseren, gaat een aantal docenten volgend jaar een coachopleiding doen.
Aandacht
Bij het onderwijsondersteunend personeel is de nieuwe gesprekscyclus al gestart. “Het mist z’n uitwerking niet, het merendeel van de reacties is positief”, zegt Stoovelaar. “We willen mensen niet op hun falen wijzen, maar hun kracht boven tafel krijgen en inspelen op waar ze goed in zijn. Mensen zijn blij met die aandacht voor hun kwaliteiten en dat het gesprek over wérk gaat.” De MSA waakt ervoor disfunctioneren te verdoezelen, maar de positieve benadering creëert een goede dynamiek. “Door de aandacht voor eigen ontwikkeling en de waardering die mensen krijgen, ontstaat er ruimte. Mensen gaan dat voelen, dat vind ik het mooie eraan.”
Contact
Met het maken van ontwikkelarrangementen is een goede basis gelegd voor de nieuwe koers. “Het is de uitdaging om dat vast te houden, zodat nieuwe ideeën niet als zand de zee in spoelen,” zegt Bock. “Als organisatie moeten we mensen faciliteren. De kwaliteit van leiderschap is daarbij essentieel. Met name hoe middenmanagers en teamleiders omgaan met docenten, dat ze hen ruimte geven om bepaalde taken uit te voeren en mensen met elkaar in contact brengen.” Want het gesprek is volgens Bock de kern. En dan niet alleen als deel van de gesprekcyclus. “In wezen zouden leidinggevenden hun werk zo moeten organiseren, dat ze zeventig tot tachtig procent van de tijd kunnen besteden aan het voeren van zinvolle gesprekken.”