VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Klaar voor de krimp

Onderwijsarbeidsmarkt

Werken aan goed mobiliteitsbeleid

Wat betekent het verwachte leerlingenverlies voor de personeelsbehoefte? Achterhoek VO heeft van iedere docent de inzetbaarheid in beeld gebracht en doet ervaring op met mobiliteit. ‘We verfijnen het beleid of houden juist meer invullingsruimte.’  

Achterhoek VO organiseert veel ontmoeting en interactie tussen medewerkers van de stichting. Samen scholen, samen gemeenschappelijke uitdagingen bespreken en intervisie tussen mensen van verschillende scholen, het draagt volgens Van der Esch bij aan ‘van en aan elkaar leren’. “Een belangrijk middel daarin is ook mobiliteit. Naast de verplichte mobiliteit door boventalligheid, vragen we  jaarlijks in een vroeg stadium aan medewerkers wie graags eens op een andere school zou willen werken. De belangstelling daarvoor is nog erg klein, maar groeit. En de eerste ervaringen zijn, vaak na aanvankelijke aarzeling of zelfs weerstand, overwegend positief. “  

Overzicht
In welke vakken zijn op welke scholen fricties te verwachten? Achterhoek VO heeft van elk personeelslid de inzetbaarheid geregistreerd, inclusief ‘slapende’ bevoegdheden en studies die mensen volgen. Gekoppeld aan leeftijden biedt dat overzicht over welke vakdocenten wanneer de stichting verlaten. Nieuwe medewerkers in vaste dienst nemen, is niet langer vanzelfsprekend. Nu, en zeker als de krimp werkelijk inzet, is het zoeken hoe goed werkgeverschap te combineren met flexibiliteit. Van der Esch: “Het geeft uiteraard spanning dat je jongeren niet altijd een vaste aanstelling kunt bieden.”  

Match
Nog niet door de krimp, maar door bezuinigingen en marktverschuivingen heeft de stichting intussen al scholen gehad waar geen plek meer was voor mensen in vaste dienst. In die situatie is het  mobiliteitsbeleid uitgeprobeerd en geëvalueerd. “Iedere keer leren we weer van wat is misgegaan en verfijnen het beleid of houden juist meer eigen invullingsruimte, omdat je niet alles in regels kunt vastleggen”, vertelt Van der Esch. Bij boventalligheid in een vakgroep wordt met de ontvangende school gekeken wie het beste de vacature kan invullen. Doel is een echte match. “Als niemand van zo’n vakgroep wil, gaan we liever een paar moeilijke gesprekken aan, dan dat we een rekenformule hanteren zonder aanzien des persoons.” Is straks op andere scholen ook geen plek meer, dan zal de stichting medewerkers zo goed mogelijk van werk naar werk begeleiden.