VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Regionale samenwerking: Wat kan onderwijs leren van de zorg?

maandag 16 december 2019 | Onderwijsarbeidsmarkt | Algemeen Voion

De zorg heeft net als het onderwijs te kampen met een krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het lastig is om voldoende en goed personeel te vinden. Voor beide sectoren is een actieprogramma opgesteld met als uitgangspunt een regionale aanpak. Inhoudelijk zijn er veel overeenkomsten. Zo starten organisaties in zorg en onderwijs met het werven van nieuw personeel, is er aandacht voor het behouden van personeel en zien beide sectoren kansen in innovatie en nieuwe organisatievormen. Gelet op deze overeenkomsten tussen de zorg en het onderwijs is het interessant om te kijken wat het onderwijs van de zorg kan leren.

In de zorg werken ruim 1.2 miljoen mensen. Dat is 1 op de 7 werkenden. Volgens de ramingen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) moet in 2040, als we de zorg op dezelfde wijze blijven inrichten, 1 op de 4 werkenden in de zorg werken. ‘Dat kan natuurlijk niet’, zegt Geert Jan Buisman, plv afdelingshoofd arbeidsmarkt bij VWS, tijdens de plenaire opening van de masterclass Regionale samenwerking en regionale mobiliteitsvorming van Voion op 27 november 2019. ’Het is, naast de betaalbaarheid, de grootste opgave waar de zorg de komende jaren voor staat.’

Regionaal Actieplan Aanpak Tekorten
Binnen de zorg worden alle regio’s al vanaf begin 21e eeuw vertegenwoordigd door regionale brancheoverstijgende werkgeversorganisaties (wgo’s). Al deze wgo’s hadden een eigen structuur en eigen subsidies. Er werd wel al veel samengewerkt, maar zowel vanuit de sector als vanuit VWS leefde de wens om meer centrale regie. Gezamenlijk ontwikkelden de wgo’s een regionale structuur voor arbeidsmarktvraagstukken. VWS heeft daar vooraf geen eisen aan gesteld. Het uiteindelijke resultaat is een landelijk dekkend samenwerkingsverband van 14 regionale werkgeversorganisaties, genaamd RegioPlus.

ZorgZijn Werkt is één van de wgo’s die tezamen RegioPlus vormen. ‘Wij zijn als werkgeversorganisatie constant in gesprek met bestuurders en HR-medewerkers van zorgorganisaties. Tegen welke opgaves lopen zij aan? Wat is er voor nodig om die vraagstukken aan te pakken? Kunnen we dit door regionale samenwerking met bijvoorbeeld een mbo- of hbo-opleiding of een gemeente oplossen? Of is dit een grotere opgave en moeten we het landelijk aanpakken? Als dat het geval is, dan melden we dat bij RegioPlus. Denk bijvoorbeeld aan het zzp-vraagstuk’, zegt David Huizing, projectleiders bij ZorgZijn Werkt. ZorgZijn Werkt is de verbinder in de regio op het gebied van arbeidsmarktvraagstukken en heeft contact met alle relevante partijen. Met het Regionaal Actieplan Aanpak Tekorten (RAAT) wordt binnen de verschillende samenwerkingsverbanden extra ingezet op het aanpakken van de tekorten.

Ook hier is een parallel te trekken met de opzet in het onderwijs. De adviseurs van de arbeidsmarktfondsen Arbeidsmarktplatform PO en Voion brengen samen met OCW en onder meer sector- en vakorganisaties dergelijke vraagstukken in aan de landelijke tafel lerarentekort. Zo kunnen er gepaste acties worden ondernomen en oplossingen worden bedacht waar het veld mee aan de slag kan.

Actieprogramma ‘Werken in de Zorg’
Het actieprogramma ‘Werken in de Zorg’ gaf in 2018 een extra impuls aan de regionale samenwerking. Het programma zet in op drie actielijnen: meer kiezen, beter leren en anders werken. De eerste actielijn richt zich onder meer op een beter imago voor leraren, meer leerlingen op zorg- of welzijnsopleidingen en meer herintreders en zij-instromers. De tweede actielijn richt zich op onder andere meer en betere stages, bredere oriëntatie tijdens de stage en een leven lang leren. De derde actielijn richt zich op bijvoorbeeld anders organiseren, talenten beter benutten en jobcarving.

‘Deze actielijnen zijn tot stand gekomen in goed overleg met de wgo’s binnen RegioPlus’, zegt Buisman. ‘Het zwaartepunt van het actieprogramma ligt in de regio. Alle regio’s hebben hun eigen regionaal actieplan gemaakt. Daarnaast is er een Actie Leer Netwerk opgericht, een podium voor goede en inspirerende voorbeelden, waarop regio’s van elkaar kunnen leren. Ook zetten de wgo’s zich samen met andere partijen in de regio in om mensen die in de sector willen werken te helpen richting de juiste baan of opleiding. Daarvoor is in iedere regio een regionaal contactpunt opgezet. Ten slotte is er een onafhankelijke adviescommissie ingesteld, die stuurt op de activiteiten en de voortgang in de regio’, vertelt Huizing. De gezamenlijke aanpak lijkt aan te slaan. Het verwachte tekort voor 2022 is teruggelopen van maximaal 125.000 naar maximaal 80.000 mensen.

Goed voorbeeld voor het onderwijs
De organisatie van de regionale aanpak in het onderwijs vertoont veel raakvlakken met de aanpak in de zorg. De samenwerking in het onderwijs is nu echter nog vrijblijvend. De regionale samenwerking is zowel organisatorisch als inhoudelijk nog volop in ontwikkeling in het onderwijs. Om deze reden ontbreekt in deze fase nog een goed werkende regionale infrastructuur waarin schoolbesturen, opleidingen, gemeenten en bedrijfsleven gezamenlijk optrekken om de personeelstekorten in het onderwijs aan te pakken.

Regionale informatiepunten of -loketten zijn goede en leerzame voorbeelden uit de zorg. Zo’n loket verstrekt informatie of advies aan geïnteresseerden die in de regio in de zorg willen gaan werken. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verstrekken van informatie over vacatures, type beroepen, soort banen, opleidingen, begeleidingsmogelijkheden en persoonlijke aanspreekpunten bij de regionale samenwerkende partners. Door een dergelijk loket wordt de klantreis van de potentiële beroepsbeoefenaar geoptimaliseerd. Het doel daarvan is het voorkomen van zij-uitstroom in plaats van het vergroten van de zij-instroom.

Hoe is dat de zorg gelukt? Dat lukte met een onafhankelijk en brancheoverstijgend samenwerkingsverband, geïnitieerd en geadopteerd door besturen van zorgorganisaties. Deze besturen zitten veel met elkaar om de tafel en houden rekening met elkaars autonomie en cultuur.