VOION Haganum 2144

Publicaties

IPTO: vakken en bevoegdheden in het vo

dinsdag 9 januari 2024 | Onderwijsarbeidsmarkt

Betreft: Jaarlijkse Integrale Personeelstelling Onderwijs (IPTO) waarbij voor al het lesgevend personeel in het vo gegevens worden verzameld omtrent vakken en bevoegdheden.
In opdracht van: ministerie van OCW
Uitgevoerd door: Centerdata
Datum rapport: december 2023

In dit rapport worden de met IPTO gemeten aantallen gegeven lesuren naar vak en het percentage bevoegd gegeven lesuren in het voortgezet onderwijs weergegeven per peildatum 1 oktober 2022. IPTO staat daarbij voor de Integrale Personeelstelling Onderwijs die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) jaarlijks laat uitvoeren. Het betreft een telling op alle scholen in het voortgezet onderwijs (vo), waarbij voor al het lesgevend personeel gegevens worden verzameld over vakken en bevoegdheden. Onder het vo vallen ook het praktijkonderwijs (pro), de internationale schakelklas (isk) en (vanaf de meting van 2022) de tijdelijke onderwijsvoorziening t.b.v. Oekraïense leerlingen (tov). Het voortgezet speciaal onderwijs valt niet onder het vo. Voor het pro zijn alleen vakken opgevraagd en geen bevoegdheden.

Samenvatting

Bevoegdheid

  • 86,4% van de lesuren wordt bevoegd gegeven (van de lesuren waarvoor een bevoegdheid kan worden vastgesteld). Dit betreft vooral personen met het juiste diploma voor zowel het vak als de graadsector (eerste- of tweedegraads lesgebied) waarin men lesgeeft, maar het kan bijvoorbeeld ook een zogeheten teambevoegdheid betreffen.
  • 9,6% van de lesuren wordt benoembaar gegeven. De personen die deze lesuren geven zijn veelal in opleiding, maar men kan ook onderbevoegd zijn, dat wil zeggen eerstegraads lesgeven met een tweedegraads bevoegdheid voor dat vak. Dit mag (onder voorwaarden) gedurende één jaar en komt in 1,3% van het totaal aantal lesuren voor en in 4,9% van de eerstegraads lessen.
  • Bij 4,0% van het totaal aantal lesuren gaat het om lesuren die onbevoegd gegeven worden. Ongeveer 40% van de personen die deze lesuren geven beschikt wel over een onderwijsbevoegdheid voor een ander vak. De rest is grotendeels in opleiding, of beschikt bijvoorbeeld over een pabo-diploma (maar valt voor het gegeven vak buiten de toegestane uitzonderingen).

Onderwijstype
Het vmbo kent het laagste aandeel bevoegd gegeven lesuren (82,9%) en het vwo het hoogste percentage (91,4%). Het percentage onbevoegd gegeven lesuren is het hoogst op het vmbo (6,0%). Dit percentage ligt bij havo en vwo duidelijk lager met 2,7% respectievelijk 2,0%. Op het vmbo en de havo is daarbij ten opzichte van het vwo sprake van relatief veel benoembaar gegeven lesuren (respectievelijk 11,2% en 10,1% tegen 6,6%).

Ontwikkeling bevoegdheid
Het percentage onbevoegd gegeven lesuren is tot en met 2021 gedaald. De snelheid van de daling is van jaar tot jaar afgenomen en in 2022 is het percentage onbevoegd gegeven lesuren met 0,3 procentpunt gestegen. Het percentage benoembaar gegeven lesuren is tot 2016 duidelijk gestegen, stabiliseert daarna en is in 2022 met 0,9 procentpunt gestegen. Het percentage bevoegd gegeven lesuren fluctueert.

Afbeelding: Ontwikkeling percentage (on)bevoegd en benoembaar gegeven lesuren, 2014 t/m 2022 (de schaal van de bevoegd gegeven lesuren wijkt af om de ontwikkeling daarin beter tot uiting te doen komen)

Bron: IPTO: vakken en bevoegdheden in het voortgezet onderwijs

Bevoegdheid naar vak
De vier vakken met het hoogste percentage onbevoegd gegeven lesuren wordt gevormd door Techniek (10,5%), het combinatievak Natuurkunde/scheikunde (NASK) (7,7%), Maatschappijleer (6,1%) en Wiskunde (5,0%). De (qua lesuren) grote vakken Nederlands en Wiskunde kennen een iets hoger dan gemiddeld percentage onbevoegd gegeven lesuren (respectievelijk 4,6% en 5,0%, tegen een gemiddelde van 4,0% over alle vakken). Het eveneens veel gegeven vak Engels ligt met 3,9% rond het gemiddeld percentage onbevoegd gegeven lesuren.

Leeftijd
Net als in eerdere metingen wordt er in de leeftijdsgroep tot 35 jaar vaker dan gemiddeld onbevoegd lesgegeven. In de leeftijdsgroep van 55 jaar en ouder is het aandeel onbevoegd gegeven lesuren het laagst. Het aandeel benoembaar gegeven lesuren is het hoogste voor de groep tot 35 jaar. Dit zijn veelal personen die nog een opleiding volgen.

Combinaties van bevoegd en onbevoegd les geven
94,2% van de lesgevenden geeft uitsluitend bevoegd/benoembaar les. 4,0% van de lesgevenden geeft uitsluitend onbevoegd les. Het gaat hierbij om 2.889 personen en dit komt vooral voor in de groep tot 35 jaar. Deze personen beschikken overigens vaak wel over een lesbevoegdheid, maar niet voor de les die men geeft. Een combinatie van bevoegd/benoembaar en onbevoegd lesgeven door dezelfde persoon komt voor bij 1,8% van de lesgevenden.

Regio
Er is sprake van tamelijk grote regionale verschillen. De hoogste percentages onbevoegd gegeven lesuren op het vmbo (> 10%) doen zich voor in Midden-Holland en Holland-Rijnland.

Conclusie
Nu negen jaar lang op redelijk consistente wijze bevoegdheidsmetingen zijn uitgevoerd is een duidelijk beeld te zien: het percentage onbevoegd gegeven lesuren is tussen 2014 en 2021 gestaag afgenomen en in 2022 is voor het eerst sprake van een stijging. De daling is de laatste jaren echter aan het afzwakken en inmiddels is er dus sprake van een lichte stijging. Sinds 2017 ligt het percentage onbevoegd gegeven lesuren rond de 4% (tussen 3,7% en 4,3%).
Het percentage benoembaar gegeven lesuren (leraren die een opleiding volgen) is tussen 2014 en 2016 snel gestegen, waarbij het hogere niveau in de latere jaren is vastgehouden. In het laatste peiljaar 2022 is het percentage verder gestegen en op het hoogste niveau sinds 2014. Van benoembaarheid is voornamelijk sprake onder de jongste leeftijdsgroepen en dit zijn ook de groepen waar het onbevoegdheidspercentage de afgelopen jaren in absolute zin het hardste is gedaald.

Lees het volledige IPTO rapport >>