VOION Haganum 2144

Publicaties

TNO-rapport werkdruk in het onderwijs

dinsdag 10 december 2024 | Veilig en vitaal werken

Betreft: onderzoek naar werkdruk in het onderwijs gebaseerd op de Nederlandse Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA)
Uitgevoerd door: TNO
Datum: december 2024

TNO heeft onderzocht of er verschil is in werkdruk voor verschillende groepen in het onderwijs, zoals het onderwijstype, het type school, verschillende functies en achtergrondkenmerken van de werknemers. Ook onderzoekt TNO de trend in werkdruk over de afgelopen jaren (van 2018 tot en met 2023).

Conclusies:

Werknemers met de hoogste werkdruk
Wanneer er alleen naar een van de belangrijkste indicatoren van werkdruk wordt gekeken, de combinatie van hoge taakeisen en lage autonomie, zit de hoogste werkdruk bij docenten in achterstandsscholen (44%). 

Over het algemeen geven docenten aan dat zij erg snel moeten werken, heel veel werk moeten doen en dat zij extra hard moeten werken (taakeisen). Tegelijkertijd geven zij minder vaak aan dat zij zelf kunnen beslissen hoe zij het werk uitvoeren, de volgorde van hun werkzaamheden zelf kunnen bepalen, zelf het werktempo kunnen regelen en zelf oplossingen kunnen bedenken (autonomie).

Werknemers die soms of regelmatig overwerken scoren op alle werkdrukindicatoren ongunstig. Een verklaring zou kunnen zijn dat de hoge werkdruk bij deze werknemers hen aanzet tot meer uren werk.

Werknemers waarbij de werkdruk het meest is gestegen/gedaald
Er zijn nauwelijks substantiële verschillen gevonden in de trend in werkdrukindicatoren tussen po en vo, tussen de verschillende functietypes in het onderwijs en tussen diverse achtergrondkenmerken van werknemers. Het percentage docenten dat van mening is dat de genomen maatregelen gericht op werkdruk en werkstress onvoldoende zijn is in het vo gestegen. Zichtbaar is dat werknemers met een kleine deeltijdbaan (≤19 uur) op vrijwel alle werkdrukindicatoren gunstiger zijn gaan scoren in de loop der jaren.

Werknemers met de meeste burn-outklachten
De werknemers met de meeste burn-outklachten zijn docenten in het vo (33%) en dan vooral de docenten die in het vo in een G5 gemeente werken (40%). Binnen het vo hebben vrouwelijke docenten en jongere docenten relatief vaak last van burn-outklachten. Er is geen verschil in werkervaring. Ook docenten in achterstandsscholen rapporteren niet meer burn-outklachten dan anderen.

Werknemers waarbij de burn-outklachten het meest zijn gestegen/gedaald
Er zijn geen substantiële verschillen in de stijging of daling van de burn-outklachten tussen po en vo, tussen de verschillende functietypes binnen het onderwijs en tussen verschillende achtergrondkenmerken. Er is wel een lichte stijging bij vo docenten en een daling onder werknemers met een kleine deeltijdbaan (≤19 uur). Dit gaat echter om hele kleine percentages.

Download het volledige onderzoek >>