VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Flexibel rooster voor maatwerk docent én leerling

woensdag 3 juli 2019 | Onderwijsarbeidsmarkt | Veilig en vitaal werken

banner dhr Visser.jpg

Het Stellingwerf College in Oosterwolde maakt al jaren 48 uur vrij voor werkdrukverlaging. Ontwikkelteams van docenten zijn actief omdat de leerling aan zet is. Strategische keuzes waardoor je zou denken dat deze school heel gemakkelijk voldoet aan de actuele cao-afspraak, om 50 uur per jaar te reserveren voor onderwijsontwikkeling. “We zijn heel trots en hopen op een goede oogst, maar het eindproduct is nog niet in zicht”, klinkt het nuchter.


Afdelingsleider vmbo Brant Visser is met zijn collega’s een heel eind op weg om deze kans te concretiseren. Die mindset is een veelbelovende basis. “Wij zien het als een kans om meer ruimte te reserveren voor onderwijsverbetering en -vernieuwing. We hadden al veel wensen en juist met de in te plannen ontwikkeltijd kunnen we die nu vertalen.”
Het Stellingwerf College telt 1.350 leerlingen en circa 100 fte aan medewerkers. “De kleinste zelfstandige scholengemeenschap in Friesland. Een mooie, financieel gezonde eenheid op één locatie.”

Speerpunt
Terug naar 2018. Hoe verbeteren en versterken we onderwijs? Waar staan we, hoe spelen we ontwikkeltijd vrij? In juni 2018 heeft het MT zich gebogen over dit vraagstuk. “We hebben de MR meegenomen en in oktober de ontwikkelteams gevraagd: wat willen we? In november hebben we leerlingen en docenten betrokken, later ouders. Leerlingen hebben in tweetallen met docenten aangegeven wat zij graag willen, van basisberoepsgerichte leerweg tot en met vwo. De structuur was er al om jongeren duurzaam te motiveren, dankzij het speerpunt ‘de leerling aan zet’. Onderwijsontwikkeltijd was al leidend; de autonomie en professionaliteit van docenten is heel belangrijk. Dus wij tornen niet aan die 50 uur voor eigen ontwikkeling.”

Versoberen taakbeleid
Wensen van docenten en leerlingen komen overeen: meer persoonlijke begeleiding en contact, inhaalactiviteiten, steunlessen en de optie om een vak op hoger niveau af te sluiten. Een eerder plan dook op: lessen van 45 minuten. Daarmee ging de MR akkoord. Door 25 lesuren met vijf minuten te verkorten, creëer je 125 minuten: 80 voor onderwijsontwikkeling, 45 voor begeleiding.
“De oplossing voor meer maatwerk, verrijking en begeleiding, ligt in flexibilisering”, ziet Brant Visser. “Ook versobering van taakbeleid hoort erbij, durf dat kritisch te bekijken. Zo waren de vakken LO en tekenen een knelpunt. Gelukkig zagen de secties zoveel positieve punten, dat ze begrepen dat ze mee moeten en zelf met oplossingen kwamen. Zoals werken met een A- en B-week: in de ene week krijgen leerlingen twee uur tekenen en één uur LO, de week daarna twee uur LO en één uur tekenen.”

Beste van twee werelden
De schoolleiding zag de behoefte van docenten aan het uitwisselen van kennis en ervaring, dat hooguit gebeurde in de wandelgangen of aan het eind van de dag. “En niet elk kind heeft evenveel uren wiskunde of Engels nodig. Met minder vaklessen en meer maatwerk creëert de roostermaker nu ruimte midden op de dag. Leerlingen van de onderbouw leren plannen, samenwerken, presenteren, reflecteren. Leerlingen van de bovenbouw bereiden we voor op een vervolgstudie.” Bij beroepsgerichte leerwegen waren roosters al gesynchroniseerd. Zo is een vaklokaal open van 8 tot 16 uur.
“Doordat we op één locatie zitten, lukt het om verschillende dingen te doen op havo, vwo of vmbo, onder- of bovenbouw. Docenten hoeven niet te reizen. We hebben een hybride Dalton-achtige structuur met een ‘Kunskapskolan-touch’: het beste van twee werelden en al onze wensen komen in een stroomversnelling.”

De 50 klokuren ontwikkeltijd worden flexibel ingezet en de invulling ligt bij de docenten, benadrukt Brant Visser. “We hebben een groot raamwerk en daar zit een onderwijsconcept achter. Maar de docent is vrij autonoom in handelen, dat vinden wij belangrijk. Medewerkers geven ons wel mee: monitor in voortgangsgesprekken of ontwikkeltijd goed benut wordt. Die verantwoording verandert van controle naar een dialoog over ambities en drijfveren. Het gaat écht over je vak.”

Leerlingen zijn winnaars
Terugkijkend op het proces, geeft Brant Visser aan dat het “heel mooi volgens het boekje wordt uitgevoerd, we hebben de input van Voion gebruikt en er is goed overleg met leerlingen en ouders”. “We hadden ze wellicht eerder kunnen betrekken en eerder kunnen starten. Wat kinderen verdienen, ik hoop dat we dat nu gaan realiseren. Je hebt altijd winnaars en verliezers. De winnaars vormen de grootste groep. En dat zijn onze leerlingen.”