Gedurende een schooljaar heeft een commissie vragen onderzocht als: wat is het doel van het platform, wie betrekken we erbij, wat bespreken we daar en hoe. Uiteindelijk nemen de afspraken over de werkwijze nauwelijks meer dan één A4 in beslag.
Een commissie van een mt-lid, de directeur en een aantal docenten heeft ruim de tijd genomen om na te denken over de vorm die het platform moest krijgen. “Het was ingewikkelder dan we dachten”, zegt docent en platform-voorzitter Gijs van Noort. “Hoe geef je het platform structuur, hoe definieer je de inhoud en hoe zorg je ervoor dat iedereen onderwerpen kan inbrengen. Het duurt even voordat je alles duidelijk hebt, want in een school leeft zoveel, op ieder niveau.”
Argumenten
Doelstelling van het platform is ‘dat personeelsleden maximaal inzicht krijgen in beleidsmatige beslissingen op onderwijskundig gebied en dat de school optimaal gebruik maakt van de expertise van personeelsleden.’ Belangrijkste regel is, dat het platform onderwijskundige onderwerpen bespreekt die alle leerlingen aangaan. Duidelijk is ook, dat het platform geen besluiten neemt. Van Noort: “Het platform is een plek waar we argumenten en standpunten uitwisselen en elkaar informatie geven. We stemmen dus niet over beleid.” Personeelsleden en management discussiëren over onderwerpen, wisselen informatie of expertise uit. Dat kan leiden tot een advies aan het mt of een vervolgopdracht om een onderwerp verder uit te zoeken.
Hele school
Het platform bestaat uit een vertegenwoordiger van iedere sectie, twee onderwijsondersteuners, twee leden van mt/directie en het mr-lid van de locatie. Bij elkaar ruim twintig mensen. Wie deelneemt aan het platform, verbindt zich voor een jaar. “Via de sectievertegenwoordigers ben je met de hele school in gesprek”, zegt Van Noort. “Iedereen kan over een onderwerp meedenken en de directie weet hoe het beleid valt bij het personeel.” Als ontwikkeldocent en lid van de commissie die het platform heeft voorbereid, was Van Noort een logische eerste voorzitter. In principe blijft een voorzitter een jaar, maar om het geheel stevig neer te zetten, zit hij nu voor het tweede jaar voor.
Uitgangspunten
Docenten, sectievoorzitters, onderwijsondersteuners en MT-leden geven hun onderwerpen door aan de voorzitter of secretaris van het platform. De platform-voorzitter en de directeur toetsen of een onderwerp aan de uitgangspunten voldoet en of vraag of kwestie helder en eenduidig genoeg is en stellen een agenda op met ongeveer vijf punten. Selectie is volgens directeur Snoek nog nooit nodig geweest. De agenda gaat een week voor een sectie-overleg naar de secties. De secties formuleren hun standpunten, antwoorden of vragen. Een week daarna is de bijeenkomst van het platform. Het platform komt acht keer per jaar bij elkaar. Dat is in de jaaragenda vastgelegd. Een bijeenkomst duurt 1,5 uur. Iedere deelnemer krijgt 20 taakuren, de voorzitter en secretaris krijgen 30 taakuren.
Opbrengsten, afspraken en achtergronden van onderwerpen kunnen alle personeelsleden terugvinden op het personeelsgedeelte van de website. Daar staan ook de agenda’s en verslagen. In Point, het personeelsblad, informeren collega’s elkaar verder over projecten. “Tegenwoordig is Point elke week rijk gevuld”, aldus Snoek.