VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Een stapsgewijze aanpak als opmaat voor het professioneel statuut

maandag 6 augustus 2018 | Onderwijsarbeidsmarkt

Stichting Werkkring, een samenwerkingsverband van zes schoolbesturen in Noord-Holland, ontwerpt een routekaart voor het maken van het professioneel statuut. Met behulp van de vier stappen waaruit de routekaart bestaat, gaan de verschillende scholen zelf aan de slag met hun eigen schoolspecifieke professioneel statuut. 

“Begin dit jaar zijn we gestart met de ontwikkeling van een routekaart voor het professioneel statuut”, vertelt Arjan Dijkstra, directeur van het bestuur van Stichting Werkkring. Daartoe is een ontwerpgroep in het leven geroepen, die bestaat uit een extern deskundige, een delegatie van de scholen en Dijkstra zelf.
 
Stapsgewijze aanpak
De ontwerpgroep heeft een stapsgewijze aanpak gemaakt, die een drietal pilotscholen na de zomervakantie gaat testen. Doel van deze pilot is om te kijken of deze werkwijze haalbaar is, of die leidt tot goede gesprekken in de school en of het resultaat van die gesprekken een professioneel statuut kan opleveren. De eerste ervaringen van deze pilot zullen worden besproken op de Werkkringconferentie medio november. Daarna wordt de routekaart aangescherpt en is deze beschikbaar voor alle scholen.“Belangrijk is het gesprek dat je met elkaar voert over onderwijs en docentschap”, zegt Dijkstra. “Daarin moet je een aantal stappen zetten. Elke stap moet een bepaald product of document opleveren dat tot een professioneel statuut kan leiden.”

Routekaart
De routekaart bestaat uit de volgende stappen:

  1. Elkaar opnieuw contracteren op gezamenlijke uitgangspunten. Welke uitgangspunten delen we in onze school? Wat zijn de kenmerken van onze school? Wat willen wij met ons onderwijs? Wat zijn de doelen die we op onze school willen bereiken?
  2. Verkennen van de ruimte die we als docenten hebben en elkaar gunnen. Wat is het speelveld van de docent en wat zijn de grenzen? Bijvoorbeeld de grenzen van de organisatie, de onderwijsinrichting, onderwijsvisie, financiën en faciliteiten.
  3. Reflectie en bijstelling. Hoe kijken we terug op de afspraken die we hebben gemaakt, hoe houden we ons eraan, zijn er dingen die we willen veranderen? Dit is een dynamisch proces dat regelmatig terugkomt.
  4. Terugkijken. Zijn er nog andere randvoorwaarden waarmee we rekening moeten houden?

Ervaringen uitwisselen
Dijkstra: “We willen met deze aanpak laten zien op welke intensieve en betrokken manier docenten en schoolleiding samen bezig zijn om de essentie van het leraarschap naar boven te halen. Het eigenaarschap van de docent draait om: ‘wat kan ik, wat doe ik, hoe doe ik dingen en hoe behoor ik dingen te doen? Doe ik de goede dingen en doe ik de goede dingen goed? Wanneer je dat helder weet te verwoorden en kan laten zien, dan ben je serieus met goed onderwijs bezig.

Lees verder