De VO-sector heeft wat minimaal nodig is om werkstress aan te pakken vastgelegd in de Arbocatalogus-VO. De norm over werkstress beschrijft de stappen die nodig zijn om tot een gedegen en gedragen aanpak van werkstress te komen. De Nederlandse Arbeidsinspectie gebruikt de Arbocatalogus-VO als referentie bij haar inspecties in het vo.
Van elke onderwijswerkgever wordt verwacht dat hij beleid voert om het risico op werkstress te voorkomen en indien dat niet mogelijk is, te beperken (conform artikel 3, lid 2 van de Arbowet). Arbeidsomstandigheden – en dus ook werkstress - zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemers(vertegenwoordigers). Het slagen van werkstresspreventie is dan ook afhankelijk van de samenwerking tussen werkgever en werknemer; de eerste heeft vooral zeggenschap over (het wegnemen van) organisatie-gebonden oorzaken van werkstress. De werknemer is primair verantwoordelijk voor o.a. een goede balans tussen inzet en herstel, melden van ‘energielekken’ en de eigen (professionele) ontwikkeling.
De norm benadrukt het cyclische karakter van de beleidsvoering. Maatregelen en interventies moeten regelmatig getoetst worden aan de daarmee opgedane ervaringen en resultaten. Alleen zo kan geleerd worden en kunnen ‘oplossingen ’ worden gevonden.
Naar de norm over werkstress in de Arbocatalogus-VO