Tijdens de regionale voorlichtingsbijeenkomsten die Voion heeft georganiseerd om scholen te informeren over de collectieve werkdrukmiddelen in de CAO VO, was er duidelijk veel behoefte aan praktijkvoorbeelden. Voion heeft een aantal praktijkvoorbeelden samengevat en op een rij gezet. Deze voorbeelden zijn te gebruiken als inspiratie voor maatregelen die mogelijk tot werkdrukverlichting kunnen leiden in de eigen situatie.
De praktijkvoorbeelden zijn grotendeels afkomstig uit het Convenant aanpak personeelstekorten en werkdruk in het vo (i.t.t. de collectieve werkdrukmiddelen betroffen dit tijdelijke middelen) en uit de regionale voorlichtingsbijeenkomsten van Voion.
- Inzet externen voor surveillance tijdens toetsweken
Dit is een van de vaakst genoemde maatregel. Genoemde voorbeelden van externen zijn oud-scholieren of vrijwilligers. Hierdoor komt er tijd vrij voor het bestaande onderwijspersoneel om zich te richten op andere taken waar men anders minder aan toe zou komen, zoals onderwijsinnovatie (ontwikkelen van nieuwe [digitale] lesmaterialen, digitaal toetsen enz.), of tijd in te ruimen voor voor- en nawerk, zoals correctiewerk (met name genoemd bij de sectie Nederlands).
Over deze werkdrukverlichtende maatregel is een uitgebreid praktijkverhaal geschreven bij het Dr. Mollercollege in Waalwijk: Dr. Mollercollege zet oud-leerlingen in als surveillant.
- Oprichting leerlingenbalie
Bij deze school is met de middelen zowel bij havo/vwo als vmbo/praktijkonderwijs een leerlingenbalie opgericht die fulltime wordt bemenst door professionals die de psychosociale problemen beter op kunnen vangen. Leerlingen zijn welkom om bij deze open balie hulp te vragen en mentoren sturen leerlingen door als zij het gevoel hebben dat ze extra ondersteuning op dit gebied kunnen gebruiken. De medewerker van de leerlingenbalie pakt deze problemen in samenspraak met de zorgcoördinator op zodat mentoren en docenten zich kunnen richten op de taken waarin zij gespecialiseerd zijn. Leerlingen die uit de klas worden gestuurd gaan nu ook naar de leerlingenbalie in plaats van naar de teamleider.
Over deze werkdrukverlichtende maatregel is een uitgebreid praktijkverhaal geschreven bij het Regius College in Schagen: Docenten ontlasten én leerlingen beter helpen: Regius College Schagen kiest voor taakverlichting buiten de klas.
- Opzet structuurklas
Bij vmbo en praktijkonderwijs van deze school is een structuurklas opgericht om leerlingen die meerdere specifieke problemen hebben, voor bepaalde vakken in een structuurklas samen te brengen. Docenten dragen de kandidaten voor zo’n structuurklas aan. Op die manier kan de docent zich beter concentreren op de rest van de klas en krijgen deze leerlingen de extra aandacht die ze nodig hebben. Zij hebben er met zijn allen voor gekozen om de middelen te besteden aan extra aandacht voor de leerlingen door specialistische taken uit te besteden aan professionals buiten de klas.
Over deze werkdrukverlichtende maatregel is een uitgebreid praktijkverhaal geschreven bij het Regius College in Schagen: Docenten ontlasten én leerlingen beter helpen: Docenten ontlasten én leerlingen beter helpen: Regius College Schagen kiest voor taakverlichting buiten de klas.
- Inzet extra OLC-medewerkers
Een van de scholen geeft aan dat er een medewerker is aangetrokken voor het open leercentrum (OLC) om meer capaciteit te hebben voor onderwijsontwikkeling en begeleiding. Leraren kunnen op eigen initiatief gebruikmaken van deze diensten.
- Extra onderwijsondersteuning
Veel scholen hebben extra onderwijsondersteuning ‘ingekocht’ als werkdrukverlichtende maatregel. Deze onderwijsondersteuning moet docenten ontlasten in klassen waar het aantal leerlingen hoger ligt dan bij de andere klassen en/of waar meer ‘zorgleerlingen’ zitten.
- Investeren in faciliteiten op school
Meerdere scholen noemen het onderhouden en/of vernieuwen van faciliteiten als maatregel om het werk te veraangenamen. Voorbeelden die werden gegeven zijn: inrichting van een fitnessruimte, aanpassen van de kantine en het plaatsen van print- en kopieerapparaten. Ook werden investeringen in bureaus en bureaustoelen genoemd.
- Investeren in thuiswerk- en ICT-middelen
Deze maatregelen zijn ingezet om het personeel te faciliteren bij het werken vanuit huis. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het verbeteren van de thuiswerkplek en digitale hulpmiddelen. De aanschaf van tablets en laptops voor docenten en specifieke software werden ook genoemd (houd hierbij rekening met de werkkostenregeling).
- Aanschaf van werktelefoons
Om (makkelijk) bereikbaar te zijn voor leerlingen, ouders en collega’s gebruiken docenten vaak hun privé-telefoon. Sommige docenten vinden het dan belastend dat zij (ook) ’s avonds en/of in de weekenden en vakanties worden benaderd op hun privé-telefoon. De school heeft voor deze docenten werktelefoons aangeschaft, zodat zij in hun vrije tijd niet worden gestoord en de werk-privébalans in beter evenwicht is (houd hierbij rekening met de werkkostenregeling).
- Tijdelijk kleinere klassen
Enkele scholen geven aan dat ze de gelden benut hebben om klassen te verkleinen. Hierbij is er rekening mee gehouden dat er (vooralsnog) géén langjarige verplichtingen worden aangegaan. Er zal eerst een evaluatie plaatsvinden of deze maatregel effectief is tegen werkdruk; pas daarna zal een besluit worden genomen of de maatregel een permanent karakter krijgt.
- Verminderen van het aantal lessen
Een school heeft ervoor gekozen de middelen te investeren in taakverlichting van docenten door het verminderen van het aantal lessen van 25 naar 24,5 per FTE.
- Een tweedaagse/extra studiedagen
Docenten en leidinggevenden zijn twee dagen naar een andere plek gegaan om met elkaar na te denken over werkprocessen, innovatie, ontwikkeling en samenwerking en daar concrete afspraken over te maken. De werkdrukmiddelen bieden de mogelijkheid om daar nu echt de tijd voor te nemen i.p.v. dit iedere keer snel ‘tussen de bedrijven door’ te regelen.
Vergelijkbaar hiermee noemden meerdere scholen de inzet van extra studiedagen, waarmee docenten meer tijd en ruimte kregen voor ontwikkeling, vooral op teamniveau.
- Uitbreiding mentor-uren
Omdat mentoren aangaven dat er heel veel tijd gaat zitten in het mentoraat, heeft een school ervoor gekozen om met de collectieve werkdrukmiddelen het aantal mentor-uren uit te breiden.
- Vrij na pauze-surveillance
In een school gaven werknemers aan dat de pauze-surveillance erg belastend is, omdat zij dan zelf géén rust kunnen nemen; na de pauze-surveillance moeten ze meteen weer lesgeven. Vanwege de visie van de school (ook in de pauzes moet er pedagogisch toezicht zijn door docenten) was het niet mogelijk de pauze-surveillance uit te besteden. Er is toen voor gekozen om voor deze docenten na een pauze-surveillance een uur vrij te plannen zodat zij ook rust kunnen nemen voordat ze de volgende les ingaan.
- Sport en ontspanning
Een school heeft een wellness-ruimte ingericht waar docenten tussen en na werktijd hun ontspanning kunnen zoeken. Daarnaast is een personal trainer ingehuurd, die op school individueel en in groepsverband met docenten gaat sporten.
- Verlichten werkdruk startende docenten
Startende docenten werden op een school ontzien van mentoraat om hun werkdruk te verlichten.
- Ondersteuning binnen school
Enkele scholen hebben de collectieve werkdrukmiddelen ingezet voor uitbreiding van het onderwijs ondersteunend personeel, met name in de persoon van verzuimcoördinatoren en conciërges.
- Collegiale lesbezoeken
In het kader van hun vakdidactische ontwikkeling hebben de docenten uit deze school ervoor gekozen om meer én bewuster in elkaars lessen te kijken. Voor elke docent wordt tijd vrij gemaakt als ontwikkeltijd/collegiale update voor het eigen vak. Daarmee krijgt het werkplezier (het lesgeven) weer een ‘boost’.
Naast bovengenoemde praktijkvoorbeelden heeft Voion in het kader van duurzame inzetbaarheid (DI) een inventarisatie uitgevoerd bij vo-scholen. Ondanks het feit dat deze inventarisatie zich op een ander onderwerp richt, zijn hier veel praktijkvoorbeelden te vinden die ook betrekking (kunnen) hebben op werkdruk.
Voor de inventarisatie van DI-maatregelen voor medewerkers zijn drie overlappende aspecten onderscheiden: ‘willen werken’, ‘kunnen werken’ en ‘competenties’. Bij elk aspect hoort een aantal onderwerpen. Bij ‘kunnen werken’ zijn dat bijvoorbeeld de onderwerpen ‘gezondheid’ en ‘werkdruk’.
Bekijk de inventarisatie van DI-regelingen en praktijkvoorbeelden >>