Op basis van de bevindingen van de RI&E en de maatgevende scenario’s, kunt u een aantal mensen een opleiding laten volgen tot BHV’er. Maar welke opleiding? Er is een veelvoud aan opleidingsinstituten en instructies, met grote kwaliteitsverschillen.
Gecertificeerd of niet?
Tal van opleiders verkondigen dat ze een gecertificeerde opleiding aanbieden. In veel gevallen bedoelen ze daarmee dat cursisten als afsluiting een certificaat ontvangen. Maar dat zegt nog niets over de geboden kwaliteit. Iedereen mag een certificaat maken. Het is dus geen officieel document.
Elk certificaat gaat uit van andere eisen. Zo laat het Nederlands Instituut voor bedrijfshulpverlening (NIBHV) externe deskundigen steekproefsgewijs opleidingen controleren op bepaalde richtlijnen. Tijdens een bezoek wordt de inhoud van de opleiding beoordeeld: welke onderwerpen worden er behandeld, welke materialen zijn hiervoor beschikbaar en voldoet de locatie aan de eisen die gesteld worden vanuit het NIBHV-reglement?
Het Certificeringsinstituut Voor Beroepsopleiding & Training (Cibot), een relatieve nieuwkomer, heeft andere eisen waar opleiders aan moeten voldoen. En een opleiding die gecertificeerd is door het Nederlands Instituut voor Kwaliteitszorg Training & Advies (Nikta), heeft tijdens de audit laten zien dat de (werk)processen dusdanig georganiseerd zijn dat de continuïteit geborgd kan worden. Bij deze certificering heeft de opleider meer ruimte om de inhoud per opdrachtgever aan te passen.
Standaardisatie versus maatwerk
Een certificaat geeft aan dat de opleiding voldoet aan een bepaald pakket van eisen. Mensen met hetzelfde certificaat hebben in principe dezelfde competenties en kennis verworven. Certificering gaat dus uit van standaardisering. Maar in artikel 15 van de Arbowet staat juist dat een bedrijfsspecifieke aanpak nodig is. Dat betekent maatwerk. BHV-certificering is dus eigenlijk iets vreemds.
Om te kunnen opleiden, trainen en oefenen op bedrijfsspecifieke omstandigheden zoals die in RI&E zijn benoemd, is er ruimte om naast de verplichte inhoud op onderdelen maatwerk te kunnen bieden. Hoeveel ruimte daarvoor beschikbaar is, is afhankelijk van de gekozen certificering.
Als hoofd BHV of inkoper is het in elk geval van belang om vooraf duidelijk de wensen van de inhoud van de opleiding te bespreken en bijvoorbeeld aan te geven dat u wilt dat BHV’ers hun kennis en vaardigheden elk jaar verdiepen of verbreden, in plaats van dat ze jaarlijks dezelfde theorie en vaardigheden herhalen. Dit voorkomt teleurstellingen.
Oefenen van 1 tot 5
Als u het geleerde in de eigen praktijk toe wilt kunnen passen, is het nodig om regelmatig te oefenen. Dit kan op allerlei manieren. Bijvoorbeeld door met de BHV een scenario door te lopen aan de hand van een plattegrond. Bouw daarbij de moeilijkheidsgraad langzaam op. Daarmee voorkomt u dat mensen vertrouwen in zichzelf en/of het team verliezen. Doe daarom liever vaker een relatief gemakkelijke oefening dan één keer per jaar een heel complex scenario. Door een onervaren bedrijfshulpverlener direct in een zeer complexe oefensituatie te brengen, is de kans groot dat zowel het zelfvertrouwen als de motivatie verdwijnt. Dat is zonde want, de kosten en tijd voor het opleiden van mensen lopen snel op.
Bouw de moeilijkheidsgraad geleidelijk op van 1 naar 5, in overleg met de opleider:
- Instructie
- Oefening waarbij de dag en het tijdstip bekend zijn
- Oefening waarbij alleen de dag bekend is
- Oefening waarbij alleen de BHV’ers geïnformeerd zijn over de dag en/of tijd, al dan niet aangevuld met het scenario
- Een onaangekondigde oefening waarbij niemand vooraf geïnformeerd is. Werk hierbij bij voorkeur samen met de eigen opleider.
Bij evaluatie van de oefening komt u tot verbeterpunten. Door de bevindingen vast te leggen, kunt u bovendien instanties, zoals de Arbeidsinspectie, aantonen op welke wijze de BHV is georganiseerd.
Zelfredzaamheid vergroten
Scholen hebben vanzelfsprekend te maken met leerlingen en externe medewerkers, zoals beveiligers en schoonmaakpersoneel. Ook zij hebben een belangrijke rol als het gaat om bedrijfshulpverlening. Door aan te geven wat zij moeten doen om zichzelf en anderen in veiligheid te brengen, vergroot u hun zelfredzaamheid. Dit heeft een grote invloed op het eindresultaat. Externe medewerkers kunnen vaak al in een vroegtijdig stadium alarm slaan. Hierdoor kan de mogelijke vervolgschade beperkt worden. Bijkomend voordeel is dat de kans op paniek afneemt en dat de BHV zich kan richten op het incident zelf. Ook is er dan meer tijd voor hulp aan mensen die verminderd zelfredzaam zijn, zoals mindervaliden.
Ga terug naar
Bedrijfshulpverlening