Voion LVO NL 1366

P(G)MR en de Arbowet

De invloed van het personeel op de schoolactiviteiten, is geborgd in de wet op de medezeggenschap (Wms). Medezeggenschapsraden (mr-en) en boven schoolse gemeenschappelijke medezeggenschapsraden (gmr-en) hebben door middel van informatie-, advies- en instemmingsrecht invloed op het schoolbeleid en de besluiten van het schoolbestuur.
Minder bekend is dat specifiek voor het arbeidsomstandighedenbeleid, de betrokkenheid van de personeelsgeleding van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden ook is geregeld in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Het doel van de Arbowet is dat werknemers veilig en gezond hun werk kunnen uitvoeren.

In de Arbowet is de betrokkenheid van het medezeggenschapsorgaan, dus de p(g)mr, vastgelegd in artikel 12, lid 2. Daarin staat dat de werkgever over alle aangelegenheden die het arbeidsomstandighedenbeleid en de uitvoering daarvan betreffen, overleg voert met de p(g)mr. De Wms kent de p(g)mr instemmingsbevoegdheid toe voor elk te nemen besluit met betrekking tot vaststelling of wijziging van regels op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim- of het re-integratiebeleid (art. 12 k WMS).

Dit houdt onder andere in dat:

  • de p(g)mr instemmingsrecht heeft op zowel de keuze van de persoon van de preventiemedewerker als over de positionering van de preventiemedewerker in de organisatie (Arbowet artikel 13, lid 1).
  • de p(g)mr instemmingsrecht heeft op de keuze van de Arbodienst (of gecertificeerde kerndeskundigen) en de inhoud van het contract met de Arbodienst (of gecertificeerde kerndeskundigen) (Arbowet artikel 14, lid 1).
  • de p(g)mr een afschrift ontvangt van de risico-inventarisatie en -evaluatie (Arbowet art. 12);
  • de werkgever, in verband met de periodieke rapportage over het plan van aanpak (in het kader van de RI&E), overleg pleegt met de p(g)mr over de voortgang en uitkomsten van de geplande maatregelen (Arbowet art. 12);
  • de p(g)mr de inspecteur van de Nederlandse Arbeidsinspectie kan spreken zonder de aanwezigheid van anderen en hem kan vergezellen tijdens een bedrijfsbezoek (Arbowet art. 12, lid 4);
  • Arbodiensten verplicht zijn om te adviseren aan en nauw samen te werken met de p(g)mr. Bovendien ontvangt de p(g)mr afschriften van adviezen van de Arbodienst (Arbowet art. 14, lid 3);
  • op verzoek van de p(g)mr is de Nederlandse Arbeidsinspectie verplicht zo spoedig mogelijk een onderzoek in te stellen (Arbowet art.24, lid 7). Het rapport dat de Nederlandse Arbeidsinspectie opstelt, moet zij tevens aan de p(g)mr sturen (Arbowet art. 24, lid 5);
  • de werkgever de inhoud van een, door de Nederlandse Arbeidsinspectie gestelde, eis tot naleving en tot stillegging van het werk bekend moet maken bij de p(g)mr (Arbowet art. 27).

Belangrijk is dat de p(g)mr haar in de Arbowet vastgelegde rol ook daadwerkelijk invult. Daarbij is de betrokkenheid bij het opstellen van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en (de controle op) de uitvoering van het daarop gebaseerde Plan van aanpak, een belangrijk startpunt. Ook het regelmatig overleg voeren met de preventiemedewerker en bedrijfsarts vormen belangrijke bronnen van informatie voor de p(g)mr om het arbobeleid vorm te geven en de veiligheid en gezondheid van werknemers in de school (verder) te optimaliseren.

Meer informatie: